Eigen koers varen

2023-02-16

Met de krokusvakantie in zicht zijn er mensen die reikhalzend uitkijken naar de wintersport om de lange latten weer onder te binden. Zo hebben we allemaal onze eigen hobby, waarvoor we een bepaalde koers uitstippelen. In dit kader portretteren we drie collega’s die in hun vrije tijd graag skiën, een marathon lopen of powerwalken.

Naam: Manon Franssen
School: Oranje Nassau School
Functie: Leerkracht groep 4 en middenbouwcoördinator Manon loopt marathons en trails. Daarvoor traint ze minstens drie keer in de week.

Voor een marathon...
start ik zo’n drie maanden van te voren met het marathonschema dat de trainers opstellen. Dat is er op gemaakt dat je in ieder geval al een halve marathon (21 kilometer) kunt lopen. In principe train ik drie keer in de week. Dinsdag- en donderdagavond zijn de intervaltrainingen en zaterdag de duurloop. In 2018 liep ik mijn eerste marathon in Rotterdam. Inmiddels heb ik 13 marathons op mijn naam staan. En lig ik mooi op koers voor de volgende, waarschijnlijk ergens in het buitenland. 

Alleen hardlopen vind ik...
eigenlijk helemaal niet zo leuk. Ik loop in Lisse bij vereniging ‘De Spartaan’. Ik vind het enorm gezellig om met elkaar te trainen. Met de intervaltraining word je gestimuleerd en gemotiveerd door elkaar. Het is heerlijk om te knallen met deze trainingen. Ik maak gebruik van een sporthorloge om zo mijn tussentijden bij te houden. De lange duurloop doen we ook in een groep. Bij de duurloop gaat het om de duur en niet om het tempo, dus lekker kletsend je kilometers maken. Ik hou daarvan. Om de week trainen we in de Waterleidingduinen, een mooie omgeving met afwisselde ondergronden. We doen ook veel locatieloopjes voor de afwisseling. En nee... Irene ken ik niet van de vereniging, zij traint in een andere groep. Ik zal toch eens kennis met haar maken!

“Ik lig mooi op koers voor mijn volgende marathon”

Echt genieten...
is het vooral als ik in de natuur loop, in de bossen of in de bergen. Wanneer we op vakantie of weekendje weg zijn, ga ik samen met mijn man rennen. We doen ook veel trailloopjes. Prachtig vind ik dat, echt genieten. Tijdens een marathon probeer ik ook te genieten, maar dit wisselt per marathon. Ik ben ook dikwijls te hard gestart, waardoor de hele marathon niet lekker gaat. Dan is 42 kilometer echt lang. Afzien! Wanneer het wel lekker gaat, zijn de laatste 10 kilometer toch altijd vreselijk. Pijn hoort bij een marathon. Op karakter loop je hem uit en het liefst in een goede tijd. Stiekem wil ik toch steeds iets sneller dan mijn persoonlijk record.

Meedoen aan de Alpe d’HuZes...
was een geweldige ervaring. Daaraan voorafgaand, in mei 2022, hebben we een sponsorloop georganiseerd, waar de hele school aan meedeed. Daardoor kon ik een flink bedrag meenemen. Fantastisch! Verder vertel ik in de klas niet zoveel over het hardlopen. Behalve als ik aan een marathon heb meegedaan, dan snappen ze waarom ik een beetje stijfjes loop, haha!

De kracht van een nieuwe koers: ‘In de klas gebeurt het’

2023-02-16

Een nieuwe koers voelt soms ver van je bed. Gestuurd door de stichting waar jij en jouw school ook iets mee ‘moeten’. Maar niets is minder waar. Die koers is iedere dag aanwezig in jouw klaslokaal, zelfs vaker en op meer manieren dan je denkt. Waarom die nieuwe koers daarom ook voor jou interessant is, legt Janine Bulk, beleidsadviseur bij Meer Primair Bureau, uit.

Een nieuwe koers voelt soms ver van je bed. Gestuurd door de stichting waar jij en jouw school ook iets mee ‘moeten’. Maar niets is minder waar. Die koers is iedere dag aanwezig in jouw klaslokaal, zelfs vaker en op meer manieren dan je denkt. Waarom die nieuwe koers daarom ook voor jou interessant is, legt Janine Bulk, beleidsadviseur bij Meer Primair Bureau, uit.

“De stem van de leerling wordt nog belang rijker”

“In de nieuwe koers zal de stem van de leerling nog belangrijker worden. Sommige scholen werken al met een leerlingenraad en dat willen we verder doorvoeren. Burgerschap gaat opnieuw een grote plek innemen in ons onderwijs. En de vitaliteit van onze medewerkers en werkgeluk staan bovenaan onze lijst.”

Elke dag een beetje beter
Op de vraag waarom je eigenlijk zo’n koers maakt, is ze heel resoluut: “Een koers geeft houvast bij alles wat er op scholen af komt en bepaalt de richting waarin we de komende jaren kunnen varen. De stuurpunten die erin staan zijn niet in steen gebeiteld. Bij Meer Primair vinden we het belangrijk dat we ze schoolspecifiek kunnen inkleuren. Het zijn toekomstbestendige vertrekpunten om goed onderwijs in te richten. Met ambitieuze doelstellingen kunnen we De kracht van een nieuwe koers: ‘In de klas gebeurt het’ Een nieuwe koers voelt soms ver van je bed. Gestuurd door de stichting waar jij en jouw school ook iets mee ‘moeten’. Maar niets is minder waar. Die koers is iedere dag aanwezig in jouw klaslokaal, zelfs vaker en op meer manieren dan je denkt. Waarom die nieuwe koers daarom ook voor jou interessant is, legt Janine Bulk, beleidsadviseur bij Meer Primair Bureau, uit. letterlijk elke dag een stapje beter worden. Dat sluit aan bij ons motto: vandaag leren voor morgen.”

“We zijn geen eenpitters, we hebben elkaar.”

“Wat ook een belangrijk doel van een koers is, is vorm en inhoud geven aan waar je voor staat als stichting. Zorgen dat we allemaal vanuit hetzelfde gedachtegoed handelen. Maar ook dat we gebruik maken van onze grootte door krachten te bundelen. We zijn geen eenpitters, we hebben elkaar. Dat biedt kansen voor onze kinderen. Maar ook voor medewerkers. Neem bijvoorbeeld de verschillende platformen binnen de Hoofdpoort Academie, deelnemers komen hier samen op basis van expertise en talent en zo weten collega’s met vergelijkbare achtergrond elkaar te vinden. Daardoor vindt er kruisbestuiving tussen de scholen plaats. De Academie zal in de komende koers dan ook nog steviger worden ingezet. Een voorbeeld dat voor verbinding zorgt binnen de organisatie, de kracht van samen klinkt erin door.”

Puzzelstukjes
De huidige koers wordt zorgvuldig geëvalueerd om te kijken welke punten al zijn bereikt en welke nog doorlopen. Dat gebeurt in meerdere sessies onder leiding van Geke Bakker en Zaza de Ridder, adviseurs bij B&T Organisatie en adviesbureau, waarvoor verschillende groepen worden uitgenodigd (figuur 1). Iedere medewerker mag meedenken, want door alle lagen binnen de organisatie aan elkaar te verbinden, doe je het samen. De pijlers uit de huidige koers speelden een belangrijke rol in het proces naar de nieuwe koers, vertelt Janine: “De vorige koers kende vier pijlers: Het kind in de wereld, Waarde(n)vol onderwijs, Groei in vakmanschap vanzelfsprekend en Dynamische scholen in de Haarlemmermeer. Deze zijn nog volop in ontwikkeling en wilden we daarom graag behouden. In verschillende bijeenkomsten hebben we daarom met zoveel mogelijk collega’s gereflecteerd op de huidige koers. We hebben geëvalueerd wat we met deze pijlers al hebben bereikt en waar we nogkansen zien voor de komende vier jaar. Bijvoorbeeld tijdens Productie Meer Primair 2.0, bijeenkomstenwaar alle medewerkers aan deel konden nemen, in een directeurenoverleg of tijdens het Diner Pensant met stakeholders. Daaruit hebben we nu verschillende puzzelstukjes verzameld die we uiteindelijk in elkaar moeten zetten tot een complete koers voor de komende vier jaar. Tijdens de laatste bijeenkomst in januari hebben we de eerste concrete vergezichten geschetst en tijdens de studiedag op 15 februari zullen we hier weer met alle medewerkers over doorpraten. Dit doen we onder andere met een sessie over werkgeluk en we gaan kijken hoe we de hoofdlijnen uit de koers kunnen vertalen naar de schoolplannen. Want op die manier vinden ze hun weg naar het klaslokaal.”

De sprong van de panter

2023-02-16

Aandachtig spitst de panter haar oren. Ze steekt haar neus in de lucht. Ze vangt de geur van een zwijntje op. Oren en neus vertellen haar waar het jonge dier zich moet bevinden. Gedreven door honger sluipt ze behoedzaam door het hoge gras. Dan krijgen ook haar ogen het zwijntje in het vizier. Ogen, oren en neus hebben voldoende informatie om de juiste koers aan de spieren van de panter door te geven. Even schudt ze met haar achterwerk om alle spieren voor te bereiden op dat wat komen gaat: een sprong met dodelijke afloop. Koersvast zeilt het roofdier door de lucht om vervolgens te landen op haar prooi. De rest laat zich raden.

Aandachtig spitsen de directeuren op dinsdag 17 januari hun oren. Aan het woord is iemand van B&T, een organisatie die het onderwijs begeleidt in tal van vraagstukken. De presentatie gaat over de strategische koers die Meer Primair voor de komende vier jaar kan gaan kiezen. Via samenwerkingsvormen verzamelen de directeuren informatie om een goede koers te bepalen. In allerlei overleg- en spelvormen hebben en zullen collega’s van Meer Primair hetzelfde doen: informatie verzamelen op basis waarvan de juiste koers kan worden vastgesteld.

Een panter doet dit om te overleven. Een slecht uitgezette koers zal ze uiteindelijk met de dood moeten bekopen. Maar ook voor Meer Primair is het zorgvuldig uitzetten van de koers van levensbelang. Het maakt dat we in een snel veranderende wereld de juiste dingen blijven doen voor ‘onze’ kinderen. Als je niet strategisch nadenkt over het onderwijs loop je, net als de panter, het risico je bestaans - recht te verliezen.

Is het sexy om jezelf te begraven met collega’s en het te hebben over de koers die we als stichting, en later ook als scholen, willen kiezen voor ons onderwijs? ‘Nee’, is het snelle antwoord. Aan de andere kant, hoe gaaf is het om met elkaar te werken aan een koers waarin we de essentie van toekomstbestendig onderwijs weten te raken? Hoe mooi is het als we, door dit proces heel zorgvuldig met elkaar te doorlopen, straks zullen zien dat het werkt? Dat wij het juiste doen voor onze kinderen? Het antwoord laat zich raden.

Joost van Dijk

Kom maar op met die koers!

2023-02-16

Tijdens de studiemiddag op 17 januari is er met een mix van vertegenwoordigers uit de schoolteams nagedacht over het meenemen van de koers in het schoolplanproces. Externe adviseurs Geke Bakker en Zaza de Ridder gaven een masterclass over het betrekken van álle collega’s tijdens dit proces. Hieronder lees je een aantal interactieve werkvormen waar ook jij mee aan de slag kunt:

Stelling nemen Zet een stelling op een bord en neem positie in of je het er wel of niet mee eens bent. Positie nemen doe je door letterlijk aan een kant van de ruimte te gaan staan. Zoek vervolgens een partner die ‘aan de overkant’ staat en ga met elkaar in gesprek over de voors en tegens. Probeer elkaar niet te overtuigen van jouw standpunt, luister naar de uitleg van de ander en denk met elkaar mee.

Gek-gekker-goed
1. Gek

Vraag aan de deelnemers om individueel een ‘gek idee’ op te schrijven, om het doel te bereiken. Dit gekke idee moet onrealistisch zijn (bijvoorbeeld omdat het onethisch, illegaal of fysiek onmogelijk is).
2. Gekker
Geef het papier door en vraag de volgde deelnemer om het gekke idee te bestuderen en het nog gekker te maken.
3. Goed
Geef het papier nog een keer door en vraag de volgende deelnemer om het ‘gek’ en ‘gekker’ idee als inspiratiebron te gebruiken voor het ontwikkelen van een originele (doch realistische) oplossing.

Gekke ideeën maken ons aan het lachen en zetten ons aan het denken. Het vergt moed om ze te delen, maar gekke ideeën zijn van cruciaal belang voor creativiteit. Want juist ongebruikelijke ideeën leiden tot de meest originele oplossingen.

Post-it
Ongetwijfeld zullen de good-old post-its niet ontbreken in een dergelijk proces.
Stap 1: Verzamel ideeën door ze op een geeltje te plakken
Stap 2: Geef met stipjes-stickers aan voor welke ideeën het meeste draagvlak is of die het meest urgent zijn en ga met die ideeën in eerste instantie aan de slag.

Dit is een snelle manier om inzicht te krijgen in welke onderwerpen er spelen en helpt bij het stellen van prioriteiten.

Placemat
• Werk in groepen van vier.
• In elke groep ligt een placemat in het midden van de tafel.
• Stel een vraag met betrekking tot de vertaling van het koersplan naar het schoolplan.
• Tijdens afgesproken denktijd schrijft elke deelnemer voor zichzelf de informatie, antwoorden, meningen in één van de buitenste kaders van de Placemat, zonder met elkaar te overleggen.
• Nadat iedereen klaar is met noteren, volgt een Rondpraat, waarbij de deelnemers een voor een hun antwoord toelichten.
• Na de Rondpraat volgt een groepsgesprek waarin deelnemers elkaar verhelderingsvragen kunnen stellen en elkaar aanvullen.
• De deelnemers noteren de inzichten waarover overeenstemming is, in het midden van de Placemat.

Interactie met elkaar is leuk en leerzaam. Het delen van elkaars kennis, uitwisselen van informatie en luisteren naar elkaars mening maakt dat het proces meer betekenis krijgt. Samenwerken verhoogt de motivatie en betrokkenheid en dit resulteert vaak in betere uitkomsten.

Meer werkvormen
Wil je meer inspiratie voor leuke werkvormen? Kijk dan op een van deze websites:
• www.leerkracht-academie.nl
• www.funretrospectives.com

Op zoek naar verbinding

2023-02-16

Ilyano en Abdullah zijn allebei leerling op IKC Wereldwijs, maar hebben een heel andere achtergrond. Ilyano Hetharie (10) zit in groep 7, woont al vanaf zijn geboorte in Nederland en is trots op zijn Molukse roots. Abdullah (10) is niet zo lang geleden met zijn vader, moeder en zusjes gevlucht voor de Taliban in Afghanistan. Na een verblijf in AZC’s wonen ze in Hoofddorp. Ieder stippelen ze nu hun eigen koers uit in het leven en daarbij ontdekken ze ook overeenkomsten.

De jongens kennen elkaar van het schoolplein. Abdullah zag daar dat Ilyano erg goed voetbalt. “Ik ben ook gescout door Ajax en AZ”, vertelt Ilyano met een grote smile en in Ajax-trainingspak, “maar jammer genoeg mocht ik daar niet doorgaan. Ik voetbal nu bij SV Hoofddorp.” Abdullah heeft hier van voetballen leren houden: “Ik speel bij S.V. Overbos. In Afghanistan ging ik altijd wedstrijdvliegeren met mijn vriendjes. Dat is de nationale sport bij ons. Je probeert dan in de lucht het vliegertouw van de ander door te zagen. Als zijn vlieger valt en jij bent er eerder bij dan de ander, dan is die vlieger van jou. Maar ook dat wordt nu verboden door de Taliban. Ik ben blij dat ik hier gewoon kan voetballen.”

Naar school
De jongens hebben het over hoe school in Afghanistan is, in vergelijking met Nederland. Net als in Nederland is daar ook leerplicht, maar een hele generatie Afghaanse kinderen en jongeren - ruim 3,5 miljoen - groeit op zonder onderwijs. De meerderheid (75 procent) is meisje. Er zijn maar weinig vrouwelijke leerkrachten in het land, wat voor veel meisjes een drempel opwerpt om naar school te gaan. Bovendien verbiedt de Taliban meisjes nu om naar school of de universiteit te gaan. Abdullah: “Het is in Afghanistan heel heet in de zomer, wel 40˚C soms. De leermiddelen zijn niet zo modern als hier.

En we zaten soms wel met 40 jongens in een klas. Ik vind het leuk dat er in Nederland meisjes bij mij in de klas zitten. In Afghanistan mocht dat niet van de Taliban. Zij wilden zelfs niet dat meisjes naar school gingen. Dat vonden mijn zusjes heel erg.” Ilyano vindt die Taliban maar griezelig. Hij heeft het heerlijk op IKC Wereldwijs. “Mijn kleine broertje zit hier ook op school. En het is helemaal niet ver fietsen van huis.”

Toekomstmuziek
Beide jongens halen goede cijfers op school en krijgen daar van hun trotse ouders mooie cadeautjes voor. Ilyano denkt dat hij later naar de havo gaat. “Maar ik wil nog steeds profvoetballer worden hoor. Of anders voetbalcoach. En dan koop ik voor mijn ouders een seizoenkaart, dan kunnen ze elke wedstrijd zien.” Abdullah wil iets gaan doen met cijfers, want hij is dol op rekenen.

“Thuis praten we Nederlands om het zo snel mogelijk te leren”

Andere talen
Abdullah is nu razendsnel de Nederlandse taal aan het leren in een van de Nederlandse Taalklassen. En dat gaat al zo goed, dat hij over twee maanden naar basisschool De Klippeholm mag, op loopafstand van zijn huis: “In Afghanistan spraken we Dari Farsi, maar mijn moeder wil dat we thuis Nederlands praten om die taal zo snel mogelijk te leren.” Ilyano: Wij praten thuis ook Nederlands, maar ik leer ook Maleis van mijn ouders. Dat kan ik dan gebruiken als we op vakantie gaan naar Bali. En omdat er in mijn klas kinderen uit allerlei landen zitten, leer ik ook een beetje hun taal. Met ons kerstdiner op school kregen we ook lekkere hapjes uit allerlei landen.”

Lekker eten
Abdullah wist eigenlijk niets over Nederland, maar hij had er al wel een tante wonen. Ilyano houdt van topografie en weet daarom precies waar Afghanistan ligt en dat ze er bijvoorbeeld roepia’s gebruiken. “Net als in Indonesië”, concludeert hij. En hij is verbaasd te horen dat Abdullah in Afghanistan al heeft leren fietsen. “Eten jullie dan ook aardappelen?”, wil hij weten. Abdullah: “Wij eten elke dag rijst met groente en kebab. En we eten heel vaak lekkere oosterse maaltijden in De Bazar in Beverwijk. “Bij ons thuis eten we vaak Indisch, zoals nasi goreng en lekkere bami”, vertelt Ilyano. “Maar ook Nederlands eten hoor.”

Vluchten voor de Taliban
In Afghanistan wisselen oorlogen en conflicten elkaar al jarenlang af en in grote delen van het land wordt gevochten. De Taliban heeft er veel macht. Ilyano wil weten of Abdullah daar in een gewoon huis woonde. “Ja hoor. We woonden in Kabul en hadden ook een huis in Kapisa (allebei in Afghanistan), maar dat moesten we achterlaten. Na onze vlucht voor de Taliban hebben we eerst in het AZC Groningen gewoond. Gelukkig hoefden we niet buiten te slapen, maar wel samen op één kamer. Mijn vader en mijn zus hebben in Nederland al een goede baan.”

Liefde
Op de vraag of ze een vriendinnetje hebben, antwoordt Ilyano dat zijn verkering met een lief Surinaams meisje net uit is. Abdullah is nog niet zo ver. “Maar mijn oudste zus van 22 is hier in Nederland getrouwd. We hebben dat heel traditioneel gevierd, zoals we dat ook in Afghanistan doen. Dat voelde heel fijn. Maar ik weet nog niet of ik met een Nederlands of Afghaans meisje ga trouwen.” Ilyano denkt dat hij Abdullah wel kan helpen aan Nederland te wennen door hem bij hem thuis uit te nodigen om te eten. “Mijn moeder kan heel lekker koken. Zijn jullie moslim?”, vraagt hij. “Ja ik ben moslim en ik mag dus geen varkensvlees eten”, legt Abdullah uit. “Op school bid ik niet, maar thuis wel. Mijn moeder draagt een hijab (hoofddoek), maar mijn zusjes niet. En als ik later een vrouw heb, hoeft ze ook geen hoofddoek te dragen.”

Nieuwe vrienden
Na het interview stappen de boys trots en blij naar hun klas. Twee nieuwe vrienden op het mooie IKC Wereldwijs, die elkaar in ieder geval gevonden hebben in hun liefde voor voetbal en voor lekker eten. Gohda hafez Abdullah! Selamat tinggal Ilyano!

Eigen koers varen

2023-02-16

Met de krokusvakantie in zicht zijn er mensen die reikhalzend uitkijken naar de wintersport om de lange latten weer onder te binden. Zo hebben we allemaal onze eigen hobby, waarvoor we een bepaalde koers uitstippelen. In dit kader portretteren we drie collega’s die in hun vrije tijd graag skiën, een marathon lopen of powerwalken.

Naam: Patricia Kroon
School: Bosbouwers
Functie: Leerkracht groep 8 en rekencoördinator Patricia is dol op skiën. In de wintervakanties vind je haar in Oostenrijk op de piste.

Mijn passie voor skiën...
begon al toen ik een jaar of 4 was. Ik was op wintersport in Oostenrijk, zag de leraren en dacht: dat wil ik later ook! En dat is gelukt. Toen ik klaar was met de Pabo, heb ik een seizoen skiles gegeven. Dat was zo fantastisch, dat ik sindsdien elk jaar in de kerst- en voorjaarsvakantie naar Oostenrijk ga om les te geven bij Snowsports Kirchberg, danwel om zelf te skiën. We hebben daar inmiddels een team van leraren dat ieder jaar weer bij elkaar komt, supergezellig! 

Ik geef les...
aan kinderen van allerlei leeftijden en niveaus. We maken de eerste dag een verdeling waarbij de kinderen worden ingedeeld op niveau en de rest van de week neem ik een groep onder mijn hoede. De ene keer beginners, de andere keer gevorderde skiërs, ik heb geen voorkeur. Het gaat er mij niet om of ze goed kunnen skiën, maar om de voldoening die het geeft als je ziet dat ze aan het einde van de week vooruit zijn gegaan. En dat ze plezier hebben. De sfeer is minstens zo belangrijk als het skiën zelf.

“De voldoening zit ‘m in de vooruitgang en plezier hoort daarbij"

Een koers...
probeer ik wel uit te zetten, maar eigenlijk gaat het gewoon zoals het gaat. Ik bedenk zeker twee oefeningen op een dag en welke afdalingen we kunnen doen, maar als er een skistok uit de lift valt en we terug moeten, kan de hele planning in duigen vallen. Voor mezelf heb ik ook niet echt een koers. Ik vind dit gewoon geweldig om te doen. Hetzelfde geldt voor korfbal, mijn andere passie. Vroeger trainde ik in de selectie, nu gaat het meer om de gezelligheid. Ook daar geef ik al vanaf mijn 14e training, op dit moment aan 15-16 jarigen van een aardig niveau. We trainen serieus, maar het plezier staat voorop. 

In de klas...
vertel ik wel eens over het skiën en laat ik foto’s zien. In de klas hanteer ik dezelfde filosofie als bij het skiën en korfballen: de voldoening zit ‘m in de vooruitgang en plezier hoort daarbij. En ook in de klas moet je meebewegen met je groep. Soms móet iets op dat moment, maar je kunt de kinderen ook wat ruimte geven. Ruimte krijgen de kinderen overigens ook letterlijk op de Bosbouwers: we werken niet alleen in ons eigen lokaal, maar gebruiken ook de gangen en andere ruimtes. We laten goed zien dat we een gezonde school zijn: er staan bureaufietsen in de gang, we zorgen voor een mooie, frisse uitstraling en we hebben schoolfruit. Op koers naar een gezonde toekomst! 

Eigen koers varen

2023-02-16

Met de krokusvakantie in zicht zijn er mensen die reikhalzend uitkijken naar de wintersport om de lange latten weer onder te binden. Zo hebben we allemaal onze eigen hobby, waarvoor we een bepaalde koers uitstippelen. In dit kader portretteren we drie collega’s die in hun vrije tijd graag skiën, een marathon lopen of powerwalken.

Naam: Irene van der Peet
School: Bosbouwers Functie: Leerkracht groep 3 en ICT-coördinator
Irenes passie is hardlopen. Ze traint fanatiek, doet mee aan wedstrijden en geeft af en toe les in bootcamp en powerwalk.  

Ik train...
vier keer in de week: een keer krachttraining, een keer intervaltraining, een keer duurloop (13 tot 16 kilometer) en een keer bootcamp. Heerlijk vind ik het, die kick na een training. Al denk ik halverwege ook weleens: hoe ver is het nog? Naast het hardlopen geef ik af en toe les in powerwalk en bootcamp. Ik ben dus echt een buitensporter: de mooiste sportschool is buiten! Sporten zit zó in mijn systeem; als het een keer niet doorgaat, mis ik het echt.

Sporten doe ik...
niet alleen om het sporten zelf. Gezelligheid is voor mij ook een belangrijk aspect. Ik ben lid van een supergezellige club, De Spartaan, in mijn woonplaats Lisse. Trainen doe we in teamverband. Die stok achter de deur vind ik wel heel fijn. Tijdens de duurtraining lopen we gezellig te kletsen. Niet onbelangrijk: na afloop drinken we altijd nog even iets met zijn allen. 

“Als de omstandigheden daar om vragen, wijk ik van mijn route af”

Aan wedstrijden...
doe ik ook mee. In het winterseizoen doe ik mee aan het Zorg&Zekerheid circuit. Deze wedstrijden zijn in de regio en je kunt kiezen uit 5 of 10 kilometer. Ik loop dan altijd de 10 kilometer. Momenteel heb ik het trailrunnen ontdekt. We lopen dan door de duinen, over onverharde paden en door het mulle zand, waar je echt speciale schoenen met extra grip voor nodig hebt.  Zwaar, maar heel afwisselend en uitdagend. Lekker door de bush over de kleinste hertenpaadjes en mountainbike trails... geweldig en weer eens wat anders! In maart loop ik mijn eerste trailwedstrijd van 10 kilometer. Ik ben benieuwd...  

Een doel...
is zeker om deze zomer een halve marathon te lopen. Hoe ik me daarop voorbereid? Volgens een strak trainingsschema. Op de dag zelf gaan we met zijn allen naar de wedstrijd, soms wordt er zelfs een bus gehuurd. We doen een korte warming-up, en dan gaan we los. Het is natuurlijk altijd leuk om mijn persoonlijk record te verbreken, maar dat is geen doel op zich. Ik ben niet zo iemand die de hele tijd op haar horloge checkt of ze nog op schema ligt. En de gezelligheid achteraf is eigenlijk ook wel een doel. 

Mijn koers...
hoef ik zelf niet te bepalen, in letterlijke zin dan. Waar en hoe we lopen bepaalt de trainer. Samen koersen we af op die halve marathon. Als ik zelf een powerwalk-training geef, stippel ik wel van tevoren een route uit, maar soms moet je daar door omstandigheden van afwijken. Laatst viel er iemand, dan moet je op de situatie inspelen en even wat oefeningen doen. Daar ligt de parallel met het onderwijs: ook daar moet je flexibel met de omstandigheden kunnen omgaan. En verder probeer ik ook in de klas lekker te bewegen met mijn groep: springen bij het letters flitsen, een loopdictee, actieve tussendoortjes... Binnenkort krijgen we op school een FuzeField, een interactieve beweegvloer die bewegen, educatie en gamen met elkaar verbindt. Dat past mooi bij onze ambitie als gezonde school. En bij mijn eigen leefstijl.

Dáár word ik nou blij van!

2023-02-16

Dagelijks word je overspoeld door een enorme hoeveelheid dingen die MOETEN. Lessen voorbereiden, toetsen nakijken, overleg met een commissie, mails beantwoorden, oudergesprekken... Je zou haast vergeten dat je werk ook gewoon LEUK is! In deze rubriek belichten we deze geluksmomentjes.

In dit nummer lezen we waar leerkrachtondersteuner Sandra Teeuwen blij van wordt. Naast ondersteuning aan groepen of groepjes geeft ze les in creatieve vakken aan groep 3 t/m 8 en voert ze het dagelijks beheer van de schoolbieb uit.

Sandra Teeuwen Leerkrachtondersteuner op de St. Willibrordusschool:
1 Kinderen die blij zijn mij weer te zien, na een vakantie of nadat ik ziek was.
2 Kinderen die komen vertellen of laten zien dat iets dat we samen hadden geoefend ineens lukt.
3 Een tafel vol met materialen en verwachtingsvolle koppies; juf wat gaan we maken?
4 Mensen die materialen over hebben en aan mij denken, ik kan alles wel gebruiken.
5 Kinderen die handvaardigheid lastig vinden en dan toch iets moois maken waar ze trots op kunnen zijn. (En ook de trotse kinderen die het niet lastig vonden.)
6 Een plan maken voor bij het volgende project van ons thematisch onderwijs. Alle kinderen zo goed kennen dat er echt voor elk wat wils bij zit.
7 Ouders die blij zijn dat wij als school meer te bieden hebben dan knippen en plakken.
8 De sleutel in het slot steken, het alarm uitschakelen, de lichten aan doen en even genieten van de rust in ons knusse schooltje. Bij voorkeur met mijn handen in het teiltje voor de afwas.
9 Naar huis gaan en nog even kletsen met wat (oud-)leerlingen die altijd wel op het schoolplein aan het spelen of hangen zijn.
10 Leuke nieuwe of 2e-hands boeken aan de bieb toevoegen, en dan kinderen adviseren om juist die boeken eens te lezen.

Tips van Sandra
Als je met je klas gaat knutselen, ga een uitdaging dan niet uit de weg. Probeer bij een geweldig Pinterest-idee altijd zelf even uit of het lukt met de materialen die je op school hebt. Knutselen, en eigenlijk alle creatieve vakken, zorgen bij veel kinderen best snel voor frustratie. Ze ervaren het als heel hard werken. Het zijn in mijn ogen dan ook geen vakken die je ‘gezellig’ op vrijdagmiddag plant, als de kinderen moe zijn en uitkijken naar het weekend.

Ruggespraak. Balans houden… hoe doe je dat? Zij mediteert, hij wandelt

2022-12-13

Wij leerkrachten staan altijd ‘aan’ en daarom is niet alleen onze fysieke, maar zeker ook onze mentale gezondheid essentieel. We vroegen daarom aan Eddie Kramer en Tanja Oussoren hoe zij werken aan welbevinden, balans en veerkracht in hun leven. Op school ben je continu bezig met de leerling, maar hoe zorg je voor je eigen welzijn?

Tanja (51) is leerkracht van groep 5 op Braambos en daarnaast ook yogalerares bij de Hoofdpoort Academie. Daar laat ze de deelnemers op een laagdrempelige manier kennismaken met yoga en ontspanningsoefeningen. Eddie (66) is al jaren een succesvolle IB’er op De Caleidoscoop. Met yoga heeft hij eigenlijk niks. Als Tanja om 04.15 uur opstaat voor haar koude douche en meditatieoefeningen, draait Eddie zich een wijk verderop nog even lekker om in zijn bed. Tóch hebben ze veel met elkaar gemeen.

Hoe ga je om met onbalans?
Tanja:
Stress ervaren we allemaal. De vraag is: hoe ga je daarmee om? Als je je erdoor laat meevoeren ben je geen leuk mens. Niet voor jezelf, maar ook niet voor je omgeving. Dankzij yoga ontspan ik en ben ik van een hernia afgekomen. Soms wijs ik collega’s op de voordelen van yoga, meditatie, ademhaling en mindfulness. Je lichaamstaal, je voeten stevig op de grond zetten en een open en positieve houding helpen bij lastige discussies en of vergaderingen. Want wat wil je: gelijk of geluk?

Eddie: Heel interessant en herkenbaar wat je allemaal zegt. Ook ik richt mijn blik op positiviteit en probeer altijd te kijken naar wat wél loopt. Yoga is vast goed voor veel mensen, maar ik vind mijn ontspanning en (veer)kracht op andere manieren. Net als jij vind ik het belangrijk om open en zonder vooroordeel te kijken richting de mensen waar je in je werk mee te maken krijgt. Vaak begrijp je dan ook dat er een belangrijke achterliggende reden is voor negatief gedrag.

Schets eens een beeld van je werk
Eddie:
In het begin was ik als IB’er vooral begeleider van kinderen met leerproblemen, en hielp ik zo mijn collega’s. Nu ben ik ook veel bezig met het doorvoeren van vernieuwingen. Caleidoscoop is een grote school. Om leerkrachten te ontlasten, verzamelen wij bijvoorbeeld elke ochtend van half negen tot tien uur kinderen met een andere leerlijn uit groep 6, 7 en 8 in onze Meerklas voor extra reken- en spellinglessen, of in onze Focusgroep, om extra executieve vaardigheden te leren. Ik verzorg drie ochtenden, een ambulante collega de andere twee. En dat werkt geweldig.
Tanja: In de middenklassen voel ik me het beste thuis. Van kleuters word ik echt lichamelijk moe. En in de hoogste klassen merk ik dat ik niet over de humor beschik die andere collega’s vaak wel hebben om wijsneuzen te pareren. Geef mij maar groep 3 tot 6, daar gebeurt al zoveel in die kleine hoofdjes… Ik werk drie dagen in de week en op maandag en vrijdag staat er een fantastische jonge collega voor de groep. Zij was de gymjuf en kent de kinderen dus goed. Ze is jong, heeft nieuwe ideeën en is ICT-vaardig. Zo vullen we elkaar goed aan en dat zorgt voor balans. Voor rust in de klas.
Eddie: Goed dat je bij jezelf blijft en verstandige keuzes maakt. Als je dingen doet waar je jezelf niet in herkent, krijg je stress. Het werkt niet als kinderen voelen dat je toneel speelt en niet jezelf bent.

Lukt het jullie balans te vinden tussen werk en privé?
Eddie:
Ik vrees dat ik, zeker toen ik nog groepsleerkracht was, de neiging had om door te slaan naar werk. Vaak wilde ik thuis nog bepaalde zaken afwerken, zodat ik de volgende dag gelijk goed aan de slag kon. Als IB’er lukt het me steeds beter om dat los te laten. Ik lees, wandel en tuinier graag en ga altijd op de fiets naar school. Zo houd ik mezelf fris en scherp. Of dat loslaten me 100% lukt? Uhm, mijn kinderen plagen me wel vaak met: Wat? Jij straks met pensioen? Dat gaat je niet lukken, jij bent een workaholic!
Tanja: Yoga is helemaal geïntegreerd in mijn leven. Elke ochtend start ik vroeg met een vast ritueel van tweeëneenhalf uur kundalini yoga, waar ook ademhaling, mantra zingen en meditatie in zit. En écht, koud douchen doet wonderen voor mijn welzijn. Door dit ritueel te volgen heb ik méér energie dan wanneer ik langer blijf liggen.

Wat geef je de kinderen/collega’s mee om in balans te blijven?
Eddie:
Zelf rust uitstralen is van belang. En eerlijk zijn. Ik wijs kinderen én volwassenen op wat ze al kunnen. Mijn credo: sta positief in het leven, zonder vooroordeel. Ga gesprekken open en eerlijk aan.
Tanja: Ik vind het belangrijk om te verbinden. Verbinding is de ander zien. Hoe gekleurd doe je dat? Hoe nieuwsgierig ben je naar de ander? Hoe zou je jezelf benaderen als je in zo’n positie bent?

Is yoga een goede tool om balans te vinden?
Tanja:
Jazeker, en yoga is niet zweverig. Er zitten ademhalingsoefeningen in en lichaamsbewustzijn. Of je het nou yoga, mindfulness, ontspanningsoefeningen of meditatie noemt, het gaat erom hoe je het integreert in je lijf, in je hoofd. Wat je met jezelf oplost, los je ook met je buitenwereld op. Mijn partner komt op zijn racefiets in een soort flow tot rust. Dat is ook deels meditatie. Voel je je gestrest? Neem even vijf minuten voor jezelf, zet je voeten goed op de grond, adem even naar je buik en je bent weer uit je hoofd. In mijn klas doe ik ook wel kleine ontspanningsoefeningetjes, want kinderen zitten ook veel in hun hoofd. ’s Maandags verzorg ik een 65plus-yogaklas voor Maatvast; daarin zit zelfs een yogaleerling van 89! Zij geniet van elke les.
Eddie: Ik heb niks met zweverigheid, maar zoals jij yoga omschrijft klinkt het goed. Ik heb alleen geen yoga nodig; ik maak mijn hoofd leeg in de natuur. Na een hernia zie ook ik het belang van een gezonde geest in een gezond lichaam. Daarom volg ik trouw 1x per week in de sportschool een programma om geen nieuwe hernia te krijgen. Dat sporten zelf vind ik totaal niet leuk en ik ben blij als ik daarna weer onder de douche sta. Maar ik ben me bewust van het belang van lichamelijk onderhoud.

Dus allemaal aan de yoga?
Tanja:
Ik zou zeker kijken of het bij je past. Maar ga wel shoppen, want er zijn veel verschillende soorten yoga. Het ene lichaam is bovendien het andere niet. Kijk bij welke soort yoga en welke leraar je je fijn voelt.

‘Werkgeluk: de regisseur ben je zelf’

2022-12-13

“Alle kwaliteit binnen Meer Primair komt vanuit de mensen. Hoe vitaler de medewerkers zijn, zowel fysiek als mentaal, hoe beter zij die kwaliteit kunnen leveren”, aldus Steven van Gestel. Als strategisch HR-partner heeft hij vitaliteit hoog op de agenda staan.

“Bij Meer Primair zijn we van mening dat je zélf de regisseur van je eigen werkgeluk bent. Op het moment dat het niet zo goed gaat, verwachten we dat de medewerker zelf aan de bel trekt. Daar hebben we onlangs ‘het goede gesprek’ voor geïntroduceerd. En we ontwikkelden de infographic ‘Jouw koers richting inzetbaarheid’*, zodat medewerkers weten wat er van hen verwacht wordt in het geval ze door ziekte of overbelasting uitvallen”, aldus Steven. “Persoonlijke en professionele ontwikkeling dragen ook bij aan werkgeluk. Daarin geven we de medewerkers ook zelf de lead. De leidinggevende en het bestuur zijn er natuurlijk om te ondersteunen en te faciliteren, onder andere via onze Hoofdpoort Academie.”

Stoplicht
“Of een werkgever de juiste voorwaarden schept, begint met zicht krijgen op de vitaliteit van de medewerkers”, vervolgt Steven. “Toen ik in maart 2020 bij Meer Primair startte, was er behalve het ziekteverzuimoverzicht nog weinig informatie. Door corona had ik weinig overtuigingskracht nodig om breder te gaan meten. We introduceerden een korte digitale vragenlijst, waarna een stoplicht werd getoond op zes gebieden, waaronder de werk/privébalans en verbinding. Een oranje of rood licht betekende dat de medewerker in actie moest komen. Het onderzoekje was compleet anoniem, dus de bal kwam echt bij de medewerker te liggen. Nu zijn we bezig met het inrichten van een nieuw meetinstrument dat nog meer inzicht geeft in het werkvermogen, de productiviteit, gezondheid en inzetbaarheid van medewerkers. Dit instrument moet ons helpen om het werkgeluk verder te vergroten, want daar is het ons om te doen.”

Werkgeluk via de Hoofdpoort Academie
Het is er Meer Primair veel aangelegen dat alle medewerkers een goede balans tussen privé en werk ervaren. Welbevinden van de leerkrachten is een belangrijke kurk waar de scholen op drijven. De Hoofdpoort Academie heeft dit schooljaar dan ook meerdere trainingen op het programma staan die in het teken staan van werkgeluk:
• Het Goede Gesprek
• Lachworkshop
• Gezonde voeding, hoe zit dat nu?
• Boks je weerbaar
• Yoga
• Leraar en stem(problemen)
• Mindfulness Is de training waarin jij geïnteresseerd bent vol of al gegeven, houd hem dan in gedachten voor volgend schooljaar

Column van Joost

2022-12-13

Ik heb een wijze maar heel onvoorspelbare vriend. Er zijn periodes dat hij vaak langskomt, maar soms blijft ‘ie tijden weg. Zolang zelfs, dat ik niet eens meer weet dat ik ‘m heb. Laatst was hij er weer. Volkomen onverwacht. En eigenlijk ongelegen ook, omdat hij iets zei wat tot nu als een specht in m’n kop blijft doorhameren. Of liever gezegd, hij vróég iets. “Hé, hoe gaat het met mij?” Mijn autocorrectie veranderde ‘mij’ direct in ‘jou’ en ik nam een teug adem om hem te antwoorden. Maar voor ik wat kon zeggen, maande hij me tot stilte. Hij vervolgde met een andere vraag: “Hoe vaak stel jij jezelf die vraag eigenlijk: hoe gaat het met mij?” Ik was voelbaar van mijn stuk gebracht.

Goh, ja, hoe gaat het met mij? Beetje gekke vraag eigenlijk. Die stel ik niet. Ik schutterde nog wat voort om vervolgens in diep gepeins te verzinken. Zo’n vraag gaat dus over mijn eigen welbevinden. Hoe doe je dat eigenlijk: mezelf wel bevinden? Is dat emoties voelen en ze kunnen reguleren en er woorden aan geven? Is dat stress beteugelen? Is dat leuke dingen doen; een beetje letten op de balans tussen werk en privé? Tja, ik heb eigenlijk geen tijd voor zo’n vraag. Alsof hij m’n gedachten kon lezen, hoorde ik mijn vriend zeggen: “niet ‘ik heb’ maar ‘ik neem’ daar geen tijd voor zul je bedoelen.” Dit bezoek begon iets te krijgen van een geestelijke pijnbank. Weer alleen gelaten, liet de hele kwestie me niet meer los. Hoe gaat het met mijzelf? Normaal gesproken heb ik op de meeste vragen wel een antwoord of ik google er wel een. Maar deze! Ik werd er zelfs narrig van. Narrig omdat ik misschien niet volmondig kan zeggen dat het helemaal goed gaat; omdat ik me afvraag of ik überhaupt wel weet hoe het met mezelf gaat. Toch zou ieder mens deze vraag moeten kunnen beantwoorden denk ik. Dat getuigt van zicht op jezelf. In mijn omgeving echter zie ik best vaak mensen die zo’n vraag helemaal niet kunnen beantwoorden. Ze zijn het zicht op zichzelf een beetje kwijt. Wat wil je ook: de vele rollen die je in je eigen leven speelt, vragen veel van je. En voor je ’t weet, ben je leeggevraagd. Als je een laagje dieper gaat, zie je dat dat gevoel van leeggevraagd zijn vaak te maken heeft met het feit datje jezelf geen rust gunt om eens even met jezelf bezig te zijn. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Je wilt bijvoorbeeld een gevoel of gedachte verdringen. Dat gaat het beste als je keihard doorwerkt; werk genoeg in het onderwijs. Of je vindt het lastig om je eigen grenzen aan te geven. Dan doen anderen dat wel voor jou en dan liggen ze altijd anders dan gezond voor je is. Of je bent gewoon een perfectionist waardoor iets nooit eens klaar is. Kijk, ik heb er niet meer verstand van dan een gemiddeld mens. Maar ik ben toch even aan het denken gezet. Gaat het goed met mij? Het is voor mij dé vraag van de maand geworden. Ik heb inmiddels ook een begin van een antwoord. Ik denk namelijk dat het beter kan; en ook beter moet. En ook dat ik daar zelf invloed op kan uitoefenen. En waarom moet het beter? Ik word er – hoop ik – een leuker mens van voor hen die me lief zijn. En ook om gezond te blijven. Want dat wil ik dolgraag. Mij helpt het om die vraag geregeld aan mezelf te blijven stellen. Tijdens een boswandeling of een stukje fietsen. Wat voor jou helpt, moet je zelf uitvinden; móét je zelf uitvinden. En misschien helpt het je als je op zoek gaat naar je eigen (wijze) vriend (in jezelf).

Joost van Dijk

Verzuimconsultant met oog voor de mens

2022-12-13

Maak kennis met Ania Delis. Namens Perspectief is zij de verzuimconsultant voor alle 18 scholen van Meer Primair. Bij langdurig verzuim zorgt zij ervoor dat het hele proces van ziek zijn naar re-integratie voorspoedig verloopt. “Daarvoor zijn bepaalde stappen vastgelegd, maar het belangrijkste is de zorg voor de medewerker. Die geven we alle kansen om goed te herstellen.”

Bij slechts 20 procent van de langdurig zieke medewerkers is er een medische oorzaak. In de andere gevallen is de aanleiding anders. “Er zijn veel factoren die invloed hebben op de belastbaarheid van een mens”, vertelt Ania. “Zoals het werkplezier, het contact met de werkgever en de privésituatie. Ook het karakter speelt een belangrijk rol. In een eerste gesprek komt er dan ook veel meer aan bod dan alleen de klachten of de medische situatie. Als verzuimconsultant moet ik bepaalde regels volgen, maar daar ga ik flexibel mee om. Er is oog voor de mens. Elke situatie verdient een passende aanpak.”

Signalen
Ania Delis werkt naast het onderwijs voor veel andere sectoren. Van productiebedrijven, tot de zorg, de detailhandel en juridische bedrijven. “Naar verhouding is het verzuimpercentage in het onderwijs hoog, zeker sinds corona. In die nasleep zijn er nog veel mensen met fysieke klachten en we zien veel psychisch verzuim. Corona heeft veel gevraagd van onderwijspersoneel. Het lastige aan het onderwijs is dat het werk niet flexibel is. Je kunt niet vanuit huis werken of gemakkelijk even je uren naar beneden bijstellen. Onderwijsmensen hebben echt passie voor hun werk, daarom gaan ze sneller over de eigen grenzen. Ze negeren signalen, omdat zij zo van hun werk houden. Maar het is toch echt belangrijk om goed naar je lichaam te luisteren.”

In gesprek
“Als een medewerker in het onderwijs zich al ziekmeldt, dan neemt deze vaak niet de tijd om goed te herstellen”, vervolgt Ania. “Ze voelen zich schuldig naar collega’s die het werk moeten opvangen. Het is dan goed om te bedenken dat je collega en je werkgever echt liever ziet dat je goed in balans bent. Ons advies is het gesprek aan te gaan en te bekijken wat mogelijk is als je even niet lekker in je vel zit. Ga toch wat minder werken of tijdelijk op zoek naar andere werkzaamheden. Trek sneller aan de bel om te voorkomen dat je doorgaat totdat het lichaam zegt: ‘nu stop ik’. Goed om te weten: je hoeft niet ziek te zijn om contact met mij op te nemen of gebruik te maken van het spreekuur met de bedrijfsarts. Dat kan ook preventief.”

“De gemiddelde ziekmelding in Nederland is 1 keer per jaar. Ben je nou in een korte periode 2 of 3 keer ziek, dan kan dat een eerste signaal zijn. Natuurlijk kun je ook pech hebben, maar het kan ook wat zeggen over je weerbaarheid.”

“Ik krijg vaak terug dat medewerkers blij zijn na een gesprek. Ik kijk toch vanuit een ander perspectief naar ziek zijn en re-integratie. Het helpt ook om voorbeelden van anderen te horen. Wij spreken mensen met verschillende klachten uit verschillende sectoren”, vertelt Ania. “De kunst is om in oplossingen te denken, maar dat kan alleen als je als medewerker op je plek zat vóórdat je klachten kreeg. En krijg je nou als leidinggevende te maken met een zieke collega, bedenk dan dat belangstellend contact heel waardevol is. Gewoon even een kaartje of een belletje om te vragen hoe het gaat, doet al heel veel.”

Is de balans even zoek?
Dan geeft Ania de volgende adviezen:
- Een vast dag- en nachtritme en een goede nachtrust zijn heel belangrijk voor je weerbaarheid.
- Veel activiteiten kosten energie. Ontdek welke hobby’s jou energie geven en ruim daar voldoende tijd voor in.
- Steun van familie en vrienden is heel belangrijk. Voel je je uit balans: maak je situatie bespreekbaar.

Boks je weerbaar

2022-12-13

Nét even wat steviger in je schoenen staan. Een houding kunnen en durven aannemen waarmee je respect afdwingt, waardoor niet alleen je gesprekspartner, maar ook jíj jezelf serieus neemt. Deze kracht komt van pas in een situatie waarin je tegengas krijgt. Of even heel duidelijk op je strepen moet staan. Als leerkracht kunnen we ons allemaal zo’n situatie wel voorstellen. Wie heeft níet eens een ouder tegenover zich gehad, die jou nog één keer uitlegt dat de resultaten van zijn of haar kind niet naar verwachting zijn en dat jij daarvoor verantwoordelijk bent? Zó stel je jezelf weerbaar op.

Rawinder Klijnman herkende deze behoefte. Als geroutineerd bokser ontwikkelde hij een clinic waarin de deelnemers zich bewust worden van hun eigen kracht. Hoe sta je, wat straal je uit? Hij benadert het mentale aspect van krachtig overkomen vanuit het fysieke perspectief. 

Waaruit bestaat deze clinic? 
Rawinder: “Ik leg de link tussen een gesprek voeren en de manier waarop je staat. Hoe sterk sta je? Ga je meeschreeuwen of blijf je krachtig? Ik doe dat aan de hand van boksoefeningen. Stoten, ontwijken, voetenwerk, naar iemand toe lopen en dan kijken naar de reactie en lichaamstaal van diegene. Hoeveel kracht heeft de ander? Maar vooral: hoeveel kracht heb je zelf? Deelnemers leren zo ook met hun angst om te gaan.” Het team van de Juliana van Stolbergschool heeft aan een clinic van Rawinder deelgenomen. Ze bevinden zich daarmee in goed gezelschap van leden van de Raad van Bestuur van grote bedrijven en topsporters. Ook verstandelijk gehandicapte kinderen zijn gebaat bij de clinic.

Hoe ben je op het idee gekomen?
“Ik ben op mijn twaalfde begonnen met kickboksen. Op mijn zestiende heb ik ook het reguliere boksen opgepakt. Beide sporten heb ik lange tijd op wedstrijdniveau beoefend. Ik ben begonnen in Amsterdam, maar ik heb ook in Mexico, Cuba en Amerika getraind. Ik heb het geluk gehad dat ik in mijn carrière met de grootste trainers en (kick)boksers heb gewerkt en nog steeds werk. In de loop der jaren ontwikkelde ik een heel eigen visie op het geven van trainingen. Ik merkte dat ik goed kan overbrengen en motiveren. Ik ben heel relaxed, maar als het moet, kan ik ook een kl... zijn. Mijn inzicht en ervaring heb ik gebundeld in een clinic.”

En je hebt een eigen boksschool?
“Sinds 2010 heb ik mijn eigen boksschool, Raw Boxing. Ik geef vier avonden per week les aan in totaal zo’n honderd mensen. Heel verschillende types. Jong en oud, van grote mannen tot schriele vrouwtjes. Sommigen willen goed leren boksen, anderen komen om hun energie of agressie kwijt te raken door los te gaan op een zak. Dat laatste is eigenlijk geen boksen maar meer een conditionele work-out. Ik leg de nadruk op focus en techniek, ook tijdens de zaktrainingen. Er zit een visie achter, een vaardigheid die ik wil overbrengen.”

Lukt het je om mensen fitter te maken dan ze zelf ooit hadden gedacht?
“Zeker! Ik laat mensen eerst doen wat ze kunnen, zonder zich te laten meeslepen door anderen. En dan gaan we rustig opbouwen. We beginnen altijd met een intensieve warming-up, die bestaat uit kracht- en conditieoefeningen. Iedereen traint met en door elkaar, op eigen niveau. Maar we gaan diep! Ik ben een goede motivator. Als het mentaal haalbaar is, dan komt het zeker goed. Wat het doel ook is: betere conditie, afvallen, zelfverzekerder worden, minder bang zijn op straat... Met mijn opleidingen en ervaring als (personal) trainer weet ik mensen ver te brengen. En ja, soms voel ik me net een therapeut!”

De clinic bij de Juliana van Stolbergschool is zo goed bevallen, dat Rawinder op donderdag 26 januari 2023 een workshop geeft via de Hoofdpoort Academie. Je vindt de training op de website van Meer Primair onder de categorie: Organisatie & HR, werkgeluk. Ga voor meer informatie en inschrijving naar www.meerprimair.nl/ hoofdpoort-academie/boks-je-weerbaar.

Eet je energiek!

2022-12-13

Om je fit en energiek te voelen, ook op het werk, is gezonde voeding essentieel. Dat weet managementassistent Silvia Cizmeli als geen ander. Ze gooide haar eigen dieet om en begeleidt nu als voedingscoach mensen stap voor stap naar een beter eetpatroon. ‘Ook met kleine veranderingen kun je je energie omhoog en je gewicht omlaag brengen.’

De meeste cliënten die de hulp van Silvia Cizmeli inroepen, hebben een duidelijk afvaldoel. Ook voor Silvia begon daar haar interesse in voeding. Samen met een vriendin viel ze met succes een paar kilo’s af. “Je schept wat minder op, snoept minder, sport meer. Allebei zagen we verbetering op de weegschaal. Maar of ik echt gezond bezig was? Ik deed gewoon maar wat.” Om erachter te komen hoe je op een gezonde manier kunt eten en afvallen, deed ze een opleiding tot gewichtsconsulent. De belangrijkste les: voeding gaat behalve over kilo’s en calorieën vooral over energie. “Wat heeft je lichaam nodig om goed te kunnen functioneren? Om de dingen te doen die je moet en wilt doen: werken, lopen, ademen, voor je kinderen zorgen, leuke dingen ondernemen. De energie daarvoor haal je uit gezonde voeding en beweging.”

Kleine veranderingen
Een geruststelling: om gezonder te eten, hoef je je eetpatroon niet drastisch om te gooien. Ook met kleine veranderingen kun je je energie omhoog en je gewicht omlaag brengen, vertelt Silvia. “De basis is voor iedereen dezelfde. Mijn eerste tip: eet zes keer per dag, drie hoofdmaaltijden en drie tussendoortjes. Je moet je energielevel op peil houden. Voor de klas staan of vergaderen kost energie. Als je vanaf de lunch niets meer eet, dan heb je om half 5 echt wel trek en grijp je naar iets makkelijks: chocola, een koekje. Als je voorbereid bent, kun je dat snoepen tegengaan. Dat is gelijk mijn tweede tip: bedenk van tevoren wat je gaat eten. Bijvoorbeeld: als tussendoortje neem ik om 15.00 uur wat fruit of een cracker met kipfilet of 30+ kaas.”

Zondigen
Dat vooruitplannen helpt ook bij andere ‘moeilijke’ momenten. Er is bijvoorbeeld altijd wel iemand jarig. “Een leerling vindt het leuk als je een traktatie aanneemt, maar je hoeft het niet op te eten. Zorg dat je een alternatief in je tas hebt, zodat je niet in de verleiding komt. Nootjes, een sappige peer of een stukje pure chocola. Gezond eten betekent trouwens niet dat je nóóit meer een taartje mag. Je mag heus wel ‘zondigen’, maar bedenk bijvoorbeeld: dat doe ik door de week één keer en in het weekend. Op die manier ben je niet zo gefocust op wat niet mag.”

Niet bang voor koolhydraten of vetten
Een gezond eetpatroon bestaat uit voldoende koolhydraten, vetten en eiwitten. “Mensen zeggen vaak: ‘Koolhydraten zijn niet goed voor je, daar val je niet van af’. Maar graanproducten, aardappels, pasta en rijst geven juist de energie die je voor een werkdag nodig hebt. Kies wel voor de volkoren variant en niet voor de snelle koolhydraten in taart en chips. Ook hoef je niet bang te zijn voor vet. Het verzadigde vet in bewerkte voedingsmiddelen, zoals mayonaise en koekjes, is inderdaad niet goed voor je. Maar gezonde vetten uit bijvoorbeeld olijfolie, vis en avocado heeft je lichaam juist nodig.”

Van Sultana naar cracker met hüttenkäse
Sinds haar opleiding tot gewichtsconsulent kookt Silvia veel gevarieerder. Niet altijd vlees, maar ook vis of vegetarische gerechten. Zilvervliesrijst en 30+ kaas zijn andere ‘eetwissels’ die ze doorvoerde. “Ook heb ik nooit meer zoet beleg op brood, het biedt je lichaam niets goeds. Je krijgt even een opleving, daarna word je juist moe en zo raak je verslaafd aan suiker. Mijn tussendoortjes zijn ook veranderd, van zoete liga’s en Sultana naar een cracker met hüttenkäse.”

Gezond de feestdagen door
• Plan vooruit: wat en waar ga je eten?
• Eet overdag iets lichts
• Geniet van al het lekkers, maar neem een kleinere portie
• Ga voor of na het kerstdiner een stuk wandelen
• Pak na de feestdagen de gezonde draad weer op!

Basis van een gezond eetpatroon
1 Eet 6 keer per dag
2 Bedenk vooraf wat je gaat eten
3 Zorg voor gezonde snacks
4 Eet vers en gevarieerd, met veel groente en fruit
5 Kies voor goede koolhydraten, vetten en eiwitten
6 Drink voldoende water

Hoofdpoort Academie: ‘Gezonde voeding, hoe zit dit nu?’
Wil je nog meer weten? Silvia Cizmeli geeft binnen de Hoofdpoort Academie een driedelige workshop over gezond eten: www.meerprimair.nl/hoofdpoort-academie/gezonde-voeding-hoe-zit-dit-nu Of neem een kijkje op haar website: voedingscoachsilvia.nl

‘Blijf in jezelf geloven’

2022-12-13

Je voelt je al een tijdje niet zo goed, je meldt je ziek en dan blijkt dat je wekenlang niet kunt werken. Wat dan? En hoe kom je weer terug op school? Het overkwam Lisanne Roukens begin dit jaar. Ze stond drie dagen voor groep 6 op de Juliana van Stolbergschool, maar ze werd ziek en was vier maanden lang uit de running. “De zoektocht heeft mij een mooie mentale ontwikkeling opgeleverd.”

“Ik voelde me al een tijdje niet goed. Ik had vaak heftige hoofdpijn, reageerde overgevoelig op harde geluiden, werd snel emotioneel en had zo’n vaag gevoel, alsof ik niet helemaal op deze wereld was. Een bezoek aan de huisarts leverde weinig op. Hij concludeerde alleen dat ik ‘gewoon’ overbelast was”, vertelt Lisanne. Daar kon ze weinig mee. Ja, ze werkte hard, had een druk gezin met twee jonge kinderen en een rijk sociaal leven, maar was ze daarvan overbelast geraakt? Zelfs toen de klachten toenamen (extreme vermoeidheid, misselijkheid) en ze zich ziek moest melden, bleef ze twijfelen aan deze wel heel makkelijk gestelde diagnose.

Maar waar lag de oorzaak dan? “Ik besloot het heft in eigen hand te nemen en voor zover er geen fysieke verklaring was, dan in ieder geval het mentale deel aan te pakken. Ik ging mediteren, yoga beoefenen en zocht hulp bij een psycholoog. Zonder meer waardevol, maar de klachten bleven.”

Oplossing
Op een goede dag kreeg ze tijdens een rondje door het ‘Blijf in jezelf geloven’ park een ingeving: ze moest haar ogen laten testen. De opticien mat waarden die niet in zijn tabellen voorkwamen en verwees haar door naar een optometrist. Die deed een prisma-meting en constateerde dat Lisanne extreem last had van fixatie disparatie, een oogstandafwijking waarbij de beelden van beide ogen niet op elkaar binnenkomen. Dat verklaarde alle klachten! Ze kreeg een prismabril en hoewel ze daar een maand lang geleidelijk aan moest wennen, bleek dat de oplossing. Langzaam kon ze re-integreren op school. Nu werkt ze weer tweeënhalve dag: twee dagen voor de klas en een halve dag doet ze ondersteunende werkzaamheden. En het gaat weer goed met haar!

Begeleiding
De begeleiding vanuit school was heel fijn. Toen ik mij ziekmeldde, voelde het alsof ik mijn collega’s en mijn klas in de steek liet. Maar Joost, onze directeur, heeft van het begin af aan alle zorg bij mij weggenomen. Er werd vervanging geregeld en ik kreeg alle ruimte om op mijn eigen tempo te herstellen. We hadden regelmatig contact, dat voelde heel warm.” Minder warme gevoelens heeft ze bij de eerste verzuimconsulent die ze sprak. “Hij werkt niet meer voor Meer Primair. De dame die er nu is, luisterde wel naar mijn verhaal. Samen met haar heb ik, in overleg met Joost, een plan gemaakt hoe ik weer rustig kon opbouwen. Zij gaf mij veel vertrouwen.” Terugkijkend op deze nare periode, denkt Lisanne dat ze misschien eerder wat ademruimte had moeten nemen. Beter naar zichzelf had moeten luisteren. “Ik heb bijvoorbeeld steeds gezegd: zodra de leerlingen ‘s middags naar huis zijn, ga ik even naar buiten, al is het maar een rondje om de school lopen. Maar ja, dan heb je weer commissies, oudergesprekken, vergaderingen, afspraken... Het kwam er niet van. Ik ging gewoon maar door.”

Mooie les
Dit is dan ook de tip die ze collega’s wil meegeven: blijf op jezelf vertrouwen! Blijf in jezelf geloven, jezelf ontwikkelen. Niet doorjakkeren, maar jezelf afvragen: waar loop ik tegenaan? En stel reële doelen. “Ik ben steeds op mijn onderbuikgevoel blijven vertrouwen. Het was geen overbelasting, er klopte écht iets niet. Ik ben blij dat ik ben blijven zoeken en naar mezelf geluisterd heb. De zoektocht heeft mij een mooie mentale ontwikkeling opgeleverd.

Ik ben sterker geworden, ken mijzelf beter en weet wat mijn valkuilen zijn. En ik kan beter mijn grenzen aangeven. Het grappige is dat anderen daar juist respect voor hebben. Je kunt wel tegen een ouder zeggen: “Ik zal eens kijken wat we kunnen doen...”, maar je kunt ook meteen zeggen: ‘Nee, sorry, dat kan hier niet.’ Dan weet die ouder ook waar hij of zij aan toe is.” En dat rondje om de school lopen, na schooltijd? “Oh ja! Ga ik morgen doen!”

Peutergroep De Klippenholm

2022-12-13

RKBS De Klippenholm is op 31 oktober gestart met een peutergroep. Kinderen van 2 tot en met 4 jaar oud zijn van harte welkom in het nieuwe lokaal vlakbij de kleutergroepen. Directeur Suzanne Hellings: “De peuters maken gebruik van dezelfde schoolingang als de kleuters. Dat is fijn want op deze manier kunnen ze rustig binnenkomen zonder de drukte die oudere leerlingen weleens met zich mee brengen. Qua inrichting moet een peutergroep aan veel eisen voldoen, vooral met betrekking tot de veiligheid. In de herfstvakantie is het leegstaande lokaal omgebouwd tot peutergroep. De verbouwing en verhuizing is door de SKH geregeld. Ook het schoolplein is aangepast en is nu helemaal peuterproof.” De locatie biedt voorschoolse educatie aan, oftewel leerzame peuteropvang waarbij kinderen veel in aanraking komen met taal, en leren samen te spelen met andere kinderen. Ze leren de school alvast kennen, raken gewend aan de manier van werken, het gebouw en de mensen en daardoor verloopt de overstap naar de kleutergroep soepeler. Suzanne: “De focus ligt nu op verbinding maken tussen het team van SKH en dat van Klippeholm. Vanaf het nieuwe kalenderjaar zal de focus verschuiven naar hoe we inhoudelijk de samenwerking aan kunnen gaan en elkaar kunnen versterken. De pedagogisch medewerkers van de peutergroep en de leerkrachten van de kleuterbouw hebben veel zin om samen aan de slag te gaan.”

Dáár word ik nou blij van!

2022-12-13

Dagelijks word je overspoeld door een enorme hoeveelheid dingen die MOETEN. Lessen voorbereiden, toetsen nakijken, overleg met een commissie, mails beantwoorden,  oudergesprekken... Je zou haast vergeten dat je werk ook gewoon LEUK is! In de rubriek ‘Dáár word ik nou blij van!’ willen we juist die geluksmomentjes belichten. Waar word je blij van? Wat maakt jouw dag helemaal goed? Deel het met ons! In dit nummer lezen we waar vakleerkracht bewegingsonderwijs Jorn Rakers blij van wordt.

Jorn Rakers Vakleerkracht bewegingsonderwijs op De Regenboog en De Lente:
1. Trotse kinderen die een succeservaring beleven.
2. Lachende kinderen wanneer je een lolletje met ze maakt.
3. Enthousiaste kinderen wanneer je het schoolplein oploopt.
4. Zwetende kinderen die enorm hun best hebben gedaan.
5. Blije kinderen als ik ze heb kunnen helpen een ruzietje op te lossen.
6. Geniale (vooral onverwachte) opmerkingen van kinderen.
7. Het contact met leuke collega’s.
8. Voor een groot gedeelte autonoom kunnen zijn.
9. Ontwikkelen van nieuwe spellen en dingen uitproberen in de belevingswereld van de kinderen.
10. Vakantie hebben wanneer mijn eigen kinderen ook vrij zijn! 

Geniale opmerking
Wanneer een kind een grapje voor de tweede keer maakt, dan zeg ik weleens: “één keer is leuk”. Een keer toen ik dat zei, was de reactie van dat kind: “twee keer is grappig”. Tja, dan lig ik gevouwen.

Ik geef het stokje door aan Sandra Teeuwen, leerkrachtondersteuner op de St. Willibrordusschool. Ik zie vaak hele leuke handvaardigheidsprojecten van haar. Ik ben benieuwd waar zij blij van wordt!

De tip van Jorn
“Zorg dat je op de hoogte bent van wat er speelt in de vrije tijd van kinderen. Daarmee doel ik bijvoorbeeld op rages of het volgen van het Sinterklaasjournaal. Dit soort zaken kan je altijd goed gebruiken in lessen (niet alleen gymlessen) en het opbouwen van een relatie met leerlingen. Die relatie is essentieel om überhaupt les te kunnen geven en dus kinderen te helpen bij hun ontwikkeling.”

Diner Pensant

2022-12-13

In aanloop naar onze nieuwe strategische koers hebben we onze partners uit de omgeving uitgenodigd om met ons mee te denken tijdens een Diner Pensant. Deze combinatie van een creatieve brainstorm en een heerlijke maaltijd bracht ons vele rijke inzichten en adviezen waarmee we verder kunnen. Veel dank voor deze inspirerende avond aan de vele vertegenwoordigers o.a. uit de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de Raad van Toezicht, Passend Onderwijs, Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer, Team Sportservice Haarlemmermeer, Hogeschool Inholland Haarlem en aan Geke Bakker en Zaza de Ridder van B&T Verantwoord Veranderen voor de begeleiding.

In gesprek met pabo-studenten

2022-12-13

Meer Primair wil graag nieuwe leraren aan zich verbinden en daarom is er op 8 november een leuke bijeenkomst geweest voor pabo-studenten. Gebouw ‘In de breedte’ was de locatie, praktijkopleider Debora van der Stad was de host. Eef Niezing, voorzitter van Meer Primair, verwelkomde de studenten. De studenten kregen informatie over werken bij Meer Primair. Wat zijn de mogelijkheden? Hoe verloopt het formatieproces? Lilian Schuurman (directeur van Vesterhavet) gaf uitleg over het coachingsprogramma voor startende leraren. Daarna kwam het informele deel aan bod. Onder professionele begeleiding maakten de studenten sinterklaaslekkernijen die ze zelf konden proeven. De recepten kunnen de studenten ook met hun eigen groep maken. Marieke Meenderinck, HR-adviseur, blikt terug: “De sfeer was ontspannen. Er ontstonden makkelijk gesprekken tijdens het bakken en er werd veel gelachen, mede dankzij Joost van Dijk, directeur Juliana van Stolberg. Door het gezamenlijke bakken werd het echt een interactieve avond. Er ontstond ook wat gezonde concurrentie tussen de verschillende groepjes. Iedereen wilde natuurlijk de lekkerste en mooiste baksels produceren.” Binnenkort gaat Meer Primair in gesprek met LIO-stagiairs. Daarin worden uiteraard de arbeidsvoorwaarden van de eindstage besproken, maar ook wordt er gepeild of de stagiairs interesse hebben voor een vaste baan binnen Meer Primair. In mei/juni worden ze nogmaals benaderd voor de vacatures voor schooljaar 2023-2024.

Volleybaltoernooi

2022-12-13

Jaarlijks organiseert Floreer (voorheen SOPOH) een volleybaltoernooi voor alle basisscholen van de Haarlemmermeer. Dit jaar waren er maar liefst 10 Meer Primair-scholen vertegenwoordigd op het toernooi, sommige scholen zelfs met twee lerarenteams. Een aantal teams is voor het toernooi aan het trainen geslagen. “Het is altijd bijzonder gezellig om op sportieve wijze collega’s tegen te komen. Vaak zie je oud-collega’s of oud-studenten. Het is een feest van herkenning”, vertelt verslaggever Yvonne Woestenburg, directeur van de Oranje Nassau School. “De dj zorgt voor gezellige muziek, er wordt tussendoor het nodige genuttigd in de kantine en na afloop is er een prijsuitreiking. Dit jaar heeft De Wilgen gewonnen. We zijn supertrots dat een Meer Primair-school eerste is geworden. Tabitha won de taart voor het onderdeel ‘Gezelligheid troef’ (het verliezerstoernooi). Al met al weer een geslaagd en sportief toernooi!” Kijk op de achterpagina voor meer sfeerbeelden.

Gi-ga-groene dag op de Vredeburg

2022-10-25

Ruim dertig medewerkers van accountantskantoor Mazars hebben op ICBS de Vredeburg de handen uit de mouwen gestoken in het onderwijs. Hun actie was bedoeld om de leraren te ontlasten en de leerlingen onder te dompelen in het thema duurzaamheid. Mazars’ initiatiefnemer Ivar Brouwer: “De kinderen gaven ons zóveel energie.” 

Het is de eerste keer dat het bedrijfsleven een dag het onderwijs verzorgt op een locatie van schoolbestuur Meer Primair. “Een zeer leerzame ervaring voor de kinderen. Dit initiatief sluit naadloos aan bij onze slogan: ‘Vandaag leren voor morgen’”, vertelt bestuurder Eef Niezing. Het interactieve programma van Mazars over duurzaamheid viel niet alleen prachtig samen met die slogan, maar ook met het thema van de Kinderboekenweek die die dag van start ging: Gi-ga-groen. Leerlingen maakten windmolens, leerden over afval scheiden, over energievretende apparaten en creëerden campagnes om duurzaamheid te stimuleren. Ook bouwden de kinderen eigenhandig toekomststoelen, die zij aan het eind van de dag overhandigden aan 
Meer Primair en Mazars. Niezing: “Deze stoel vertegenwoordigt de volgende generatie. Zo worden we bij het maken van plannen herinnerd aan waar we het voor doen: de dag van morgen.”

Energie
Ivar Brouwer van Mazars is initiatiefnemer van het project. “Het programma hebben we samen met Energy Challenges ontwikkeld. Deze stichting organiseert dagelijks activiteiten op scholen om schoolgebouwen te verduurzamen. Ik sta versteld van wat de kinderen al over duurzaamheid weten. Het is mooi om te zien hoeveel aandacht de school al aan dit thema 
besteedt. Het enthousiasme van de leerlingen spatte er vanaf en daar kregen mijn collega’s en ik veel energie van. Maar goed ook: het was een fantastische dag, maar lesgeven aan zo’n groep kinderen is ook superintensief. Petje af voor de leerkrachten die dit dagelijks doen! Gelukkig werd ik af en toe didactisch ondersteund door de leerkracht.” Ivar Brouwer ging aan de slag met leerlingen uit groep 7. Zij maakten in groepjes filmpjes over kleding, voeding, energie, afval of water. Lynn, Lauren, Lara en Milou pleiten voor minder kranen met een drukknop: “Daar verbruik je namelijk te veel water mee.”

Vertaalslag
“Alleen maar blije kinderen”, ziet directeur van de Vredeburg, Frank van Bergen. “Zo’n interactief programma daagt de leerlingen uit. Ze vragen mij bijvoorbeeld naar de opbrengst van de zonnepanelen op onze school en maken de vertaalslag naar wat je met die energie kunt doen.” Meer Primair verkent met dit project de mogelijkheden om het onderwijs anders te organiseren. “Naast de leerkracht kunnen ook veel andere professionals van betekenis zijn voor ons onderwijs. Dit project heeft dat bewezen.” Ook bij het accountantskantoor krijgt de stoel een centrale plek. Robert Jan de Rek, van de Raad van Bestuur van Mazars: “De 
toekomststoel komt allereerst op ons kantoor in Rotterdam te staan. Daar waar de beslissingen worden gemaakt.” “De stoel is ook een mooie herinnering aan deze dag. De Education Day is wat ons betreft zeker voor herhaling vatbaar”, besluit Ivar Brouwer.

Onderwijs van de toekomst

2022-10-11

Jelle van Oosteroom en José Brussé zijn ervan overtuigd: onderzoekend en ontwerpend leren, daar gaat het onderwijs naartoe. De beleidsmedewerker Onderwijs, ICT & Innovatie en de projectleider ondersteunen Meer Primair-scholen die interesse hebben in deze nieuwe manier van lesgeven, waarbij de leraar meer als coach optreedt en het stellen van de juiste vragen bij het oplossen van een probleem, essentieel is. 
 
“We zijn allebei voor de studiereis ‘Digitale geletterdheid’ naar Londen geweest, waarna we met dezelfde boodschap terugkwamen: laten we weer zélf onderwijs gaan máken, in plaats van in dienst te staan van de methode. Daarvoor hoef je de methode niet helemaal los te laten, alleen anders vast te houden”, steekt José van wal. Jelle vult aan: “Je inspireert kinderen door hen vanuit een probleem aan het werk te zetten. Als leerkracht word je steeds meer een coach die de juiste vragen stelt om de kinderen te prikkelen. Je stimuleert zo de hogere orde denkvaardigheden. Daarbij gaat het om creëren, analyseren en evalueren, in plaats van de vaardigheden waar de huidige methodes op inzetten: onthouden, begrijpen en toepassen.” 
 
Eyeopener 
“Het is leuk om te zien dat onze ondersteuning snel effect heeft”, vervolgt José. “Teams waarmee we aan de slag gaan, zijn erg enthousiast. Het kan echt een eyeopener zijn, om uit je onderwijsbubbel te stappen. Een mooi voorbeeld is een les die de leerkrachten van De Regenboog al jaren vanuit de methode geven. Met de nieuwe inzichten werd er voor de les uitgegaan van de belevingswereld van het kind. Leerkrachten maakten de informatie die kinderen leren veel praktischer. Ze stelden daarbij open vragen: wat zie je en wat betekent dat? En er werden andere vaardigheden ingezet: beeld het maar uit, teken het maar na. Veel interactiever, waarbij de leerlingen de leerstof ervaren. Het sluit aan bij de natuurlijke wijze waarop kinderen leren.” 

Voorbeeld uit de praktijk 
Stel: het thema is weer en klimaat. Je wilt de kinderen grafieken leren aflezen, een rekenles. Anders dan de methode volgen, laat je volgens de methodiek van onderzoekend en ontwerpend leren de kinderen op internet zoeken naar een land, waarover je vragen stelt. Wat is het aantal zonuren, wat is de temperatuur en hoeveel neerslag valt er per maand? Als de kinderen je dat kunnen vertellen, snappen ze hoe een lijngrafiek werkt. 

 
Maatwerk 
De ene leerkracht heeft deze nieuwe manier van lesgeven sneller in de vingers dan de andere. “Het kan ook best een uitdaging zijn, zeker als je van de structuur van een methode houdt. Leerkrachten zijn kritisch, het moet vaak perfect zijn en kloppen. Wij zeggen dan: jullie zijn ook aan het onderzoeken. Dat geeft wel rust”, vertelt José. Verschillende Meer Primair-scholen passen deze werkvorm al toe, elke locatie op haar eigen manier. “Op Klavertje vier zijn ze inmiddels enkele evaluatiejaren verder. Voordat een nieuwe periode begint, wordt er nog eens bekeken: hoe ver is mijn groep? Welke lesstof bieden we aan? Wat gaan we aanpassen of aanvullen? Het wordt steeds meer routine om ontwerpend en onderzoekend leren aan te bieden, maar het blijft maatwerk. Voormalig directeur van Klavertje vier, Margot Andriessen, zei altijd: ‘Het onderwijs is van de kinderen.’ Met deze werkwijze speel je in op de behoefte van het kind en helpt het zo een stap verder.”  



Sparren met Jelle of José? Neem contact op via het Meer Primair Bureau. 

Bekijk de E-zine voor de boekentips van Jelle en José en passende trainingen van de Hoofdpoort Academie.

“Ik plant zaadjes en hoop dat die ontkiemen”

2022-10-11

De fantastische foto die Salomé Vleeming instuurde voor de Meer Primair-fotowedstrijd, vroeg om uitleg. De ICT- en Plusklascoördinator van CBS Tabitha maakte deze zomer een selfie in Zuid-Afrika tussen een hele schare schattige kinderkoppies. “Ik ga graag niet alleen voor mezelf, maar ook voor een ander op vakantie.”

Waarom Zuid-Afrika? 
“Het verhaal begint op mijn 15e. Ik had toen een penvriendin (dat was toen helemaal ín) in Zuid-Afrika, met wie ik goed bevriend raakte. Vóór ik aan de pabo begon, ben ik drie maanden bij haar geweest. Haar ouders hadden een soort zendingsorganisatie met onder andere twee huizen in townships. Wij wilden graag iets voor de kinderen in de buurt doen en organiseerden allerlei activiteiten: dansen, zingen, drama, knutselen, spelletjes doen. En huiswerk maken. Een geweldige tijd! Na de pabo ben ik er zelfs een jaar naartoe gegaan om weer met mijn vriendin in hetzelfde jeugdcentrum te werken. Ik vond het heerlijk om niet alleen de kinderen te helpen, maar ook om in gesprek te gaan met allerlei mensen. Ik sprak ze gewoon aan op straat. Mooie contacten heb ik daar aan overgehouden!”

Mooie contacten?
“Ik heb bijvoorbeeld een meisje leren kennen, dat toen een jaar of negen was. Een pienter meisje, heel ondernemend, maar uit een kansarm milieu. Ik had een goede klik met haar. Ze werkte hard, heeft haar school afgemaakt en is zelfs gaan studeren! Vorige maand is ze - inmiddels dertig - een weekje bij mij thuis geweest, tijdens een tour met vriendinnen door Europa. Fantastisch toch, dat zo’n meisje onder zulke moeilijke omstandigheden zo goed terecht is gekomen. En dat ik daar ook een bijdrage aan geleverd heb. Wij hebben echt verschil kunnen maken!”

Voor een ander op vakantie
De afgelopen jaren is Salomé nog regelmatig in Zuid-Afrika geweest. Hoewel er nog veel te ontdekken valt in Europa en haar vakantiebestemmingen variëren, blijft Zuid-Afrika trekken. “Het voelt iedere keer weer als thuiskomen. Het beetje Zulu dat ik spreek, komt dan ook vanzelf weer boven! En ik ga altijd weer even naar het jeugdcentrum om te helpen. Ik ga graag niet alleen voor mezelf, maar ook voor een ander op vakantie.” 

Nederig
Deze zomer was ze er een maand met haar gezin. Ook toen heeft Salomé haar vriendin, die nog steeds in het jeugdcentrum werkt, opgezocht en samen met haar activiteiten begeleid. In de koffers zaten kleren van haar kinderen die (bijna) te klein waren. Aan het einde van de vakantie hebben de kinderen (7, 10 en 12) de kleren zelf gegeven aan leeftijdgenoten in een heel arme wijk. “Dat was best even emotioneel. Ik gaf mijn hardloopschoenen, waar de demping wel een beetje uit was, aan een meisje dat de neuzen van haar laarsjes had afgeknipt, omdat haar tenen er niet meer inpasten. Daar word je even heel nederig van.” Ook in de koffer: macramé-touw waar de Zuid-Afrikaanse kinderen mee kunnen knutselen. Trots: “Gekocht van de opbrengst van de verkoop van kaartjes, die ik zelf maak.”

Wat hoop je met je met dit alles te bereiken?
“Wat ik hiermee bereik, is niet meetbaar. Ik plant zaadjes en hoop dat die ontkiemen. Dat kinderen hun potentie kunnen benutten en hun milieu ontstijgen. Maar eigenlijk is alleen een glimlach al zo mooi. Die kindjes zijn zo blij en gelukkig, terwijl ze eigenlijk niets hebben. Ik kom iets brengen, maar wat ik kom halen is misschien nog wel veel groter.”

Vandaag leren voor morgen
Over de vraag: “Welk inzicht heb jij ontwikkeld op vandaag leren voor morgen?” moet Salomé even nadenken. Dan komt er een duidelijke visie: “Laat je niet afleiden, verlies je niet in allerlei nieuwe concepten, ideeën of programma’s. Blijf bij de kern. Neem bijvoorbeeld 21st Century Skills: heel mooi, maar met alleen het uitrollen van het programma ben je er niet. Vraag je af: waarom doe ik dit? Wat heeft dit kind nodig? Met welke problemen en uitdagingen van nu moeten de kinderen leren omgaan? Laat kinderen zelf ervaringen opdoen zodat ze inzien waarom ze leren.” 

 
Salomé Vleeming werkt op CBS Tabitha als ICT- en Plusklascoördinator. Bovendien is zij kartrekker van het HB-platform en leerkracht bij Day a Week School, de extra klas voor meergetalenteerde en hoogbegaafde kinderen van heel Meer Primair.

Verhuizing Juliana van Stolberg

2022-10-11

De Juliana van Stolberg is verhuisd naar een tijdelijk gebouw aan de Van den Berghlaan 82, zo’n 150 meter van de oude school waar op termijn nieuwbouw komt. Directeur Joost van Dijk: “We zijn ontzettend blij met de fijne lokalen, brede gangen, voldoende bergruimte, geweldige kapstokken, een ruime koffiekamer en de extra spreekkamers voor als collega’s even apart met kinderen willen werken. De uitstraling is ook mooi. We moeten het leven er nog een beetje inblazen, maar het echte nieuwe is er inmiddels vanaf. Van de verhuiscoördinator kregen we een groot compliment voor de voorbereiding. In plaats van de geplande twee dagen, kon het verhuisbedrijf het in één dag af. Een dikke pluim dus, voor alle collega’s en onze conciërge die het project getrokken heeft.”

“Kinderen vertellen heftige verhalen”

2022-10-11

Angelique Zaadnoordijk is één van de vijftien Meer Primair-medewerkers die in maart gestart is met de incompanyopleiding tot specialist Nieuwkomersonderwijs (NT2). Als voormalig leerkracht van de taalklassen van IKC Wereldwijs had Angelique al heel wat ervaring opgedaan, toch geven de lessen haar veel nieuwe inzichten: “Het is zo’n mooie bron om uit te putten, daar heb ik veel profijt van.” 

Als specialist in wording begeleidt Angelique op CBS Vesterhavet groepjes leerlingen die van de Taalklassen komen. Een specialisme waar met een groeiend aantal leerlingen met diverse nationaliteiten veel behoefte aan is. De opleiding geeft haar concrete handvatten om deze kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen, zodat ze kunnen meekomen in het regulier onderwijs. Een van de belangrijkste inzichten is dat je kinderen met een open houding moet blijven benaderen. “De boodschap is: ga rustig het gesprek aan. Probeer geen mening te hebben, geen zaken in te vullen en niet verbaasd te reageren als een kind iets vertelt dat je verrast. Dan krijg je veel meer informatie. En soms moet je iets even laten gebeuren. Stil zijn, in plaats van continu vragen te stellen. Dat is moeilijker dan je denkt.” 
 
Tip van Angelique: Spreekt het kind nog helemaal niet? Gebruik je mimiek en je handen en voeten. Het belangrijkste is een kind zich welkom te laten voelen. 

 
Dwarsverbanden 
De post-hbo-opleiding duurt anderhalf jaar. “Het is behoorlijk intensief, maar zeker de moeite waard. Ik doe zoveel nieuwe kennis op, die ik direct in mijn lessen gebruik. Zo blijkt uit de literatuur dat het meenemen van de moedertaal van meerwaarde is bij de ontwikkeling. Als je tussen beide talen dwarsverbanden kunt leggen, leer je dieper en meer. Daar maak ik dus gebruik van. Zo kwam een kind tijdens een spelletje niet op een Nederlands woord. Ze wist het wel in haar eigen taal. Samen met een klasgenootje die dezelfde taal spreekt kwam ze er toch uit. Nu hebben deze kinderen een woord gekoppeld aan hun eerste taal en vergeten ze het niet meer.”  
 
Leren van elkaar 
“Het is ook leuk om deze opleiding te volgen met medewerkers van Meer Primair die allemaal met hetzelfde bezig zijn. Veel gezichten kende ik al. Iedereen heeft een eigen kijk op zaken en komt andere problematieken tegen, daar leer ik ook weer van. En het is fijn dat zaken die je al weet, weer eens opgefrist worden. Over de basis: hoe verwerf je taal? En het belang van het goede voorbeeld geven. Ik formuleer mijn zinnen weer bewuster.” Angelique vervolgt: “Van de opleiding hoop ik nog te leren hoe ik mijn collega’s goed kan ondersteunen, zodat ik de kartrekkersrol binnen het team kan vervullen.” 
 
Traumasensitief lesgeven 
Het is een brede opleiding waar ook aandacht is voor traumasensitief lesgeven en inspelen op gedrag en (culturele) diversiteit. “Kinderen kunnen heel heftige verhalen vertellen, weet ik uit ervaring. Daar moet je voor het kind én voor jezelf goed mee om kunnen gaan. Alleen al verhuizen is iets wat je een plekje moet geven. Ongeacht of je Nederlands, Oekraïens of Amerikaans bent, je moet je nieuwe thuis vinden. Als leerkracht kun je daar waardevol in zijn. Hoe mooi is het als deze kinderen de kansen krijgen die ze verdienen?”  
 
 

Experts in Nieuwkomersonderwijs

2022-10-11

Met de internationalisering van de regio, hebben ook de Internationale Taalklassen (ITK) Haarlemmermeer van IKC Wereldwijs een vlucht genomen. In drie jaar tijd is het aantal leerlingen verviervoudigd. Ronith Root is interim-directeur van het IKC. Ze verwacht verdergaande groei en zet samen met het ITK-team, ketenpartners kinderopvangorganisatie SKH en de gemeente, koers naar een expertisecentrum. “In de taalklassen verwelkomen we dagelijks nieuwe kinderen.” 

“Moesten we een paar jaar geleden nog werken aan onze naamsbekendheid, inmiddels hebben we meer aanmeldingen dan we kunnen plaatsen”, vertelt Ronith. De Internationale Taalklassen Haarlemmermeer geeft kinderen van 4 tot 13 jaar een vliegende start in Nederland. Na ongeveer één jaar hebben de leerlingen de Nederlandse taal voldoende onder de knie om door te stromen naar een reguliere basisschool of middelbare school. “Er staan momenteel 16 kinderen op de wachtlijst, die nu naar reguliere scholen gaan. Dat vraagt veel van de leerkrachten. En ook de kinderen die vanuit de Taalklassen naar het regulier onderwijs uitstromen, hebben extra aandacht nodig. Idealiter van een NT2-specialist. Deze kinderen met een migratieachtergrond komen van een warm taalbad, met allemaal gelijkgestemden, in een klas met veel meer kinderen. Voor die kinderen wensen we een zachtere landing en daar kunnen wij met een expertisecentrum bij helpen.” 
 
Ontwikkeling 

Naast de vluchtelingenstroom vestigen veel expats zich in het centraal gelegen Hoofddorp. “Die groei neemt alleen nog maar verder toe. Om daarop in te kunnen spelen, ontwikkelen we ons samen met het ITK-team en de ketenpartners SKH en de gemeente tot een expertisepunt met ambulante begeleiding, proeftuinen en een steunpunt voor scholen. We vervullen dan een coördinerende rol en weten wat er leeft in het veld.”
 
Koffiedik 

Een formatie samenstellen voor de Taalklassen is een uitdagende klus, vertelt de interim-directeur. “Het is echt koffiedik kijken. De groepsindeling maken we pas in de laatste week. In en na de vakantie zijn er ook nog veel aanmeldingen. Daar moet je wel het passende team voor hebben. Het uitdagende van werken in de taalklassen is dat je dagelijks nieuwe kinderen in de klas kunt krijgen. De groepsdynamiek verandert continu. Je bent steeds weer op zoek naar hoe je kinderen kunt bereiken en zo goed mogelijk kunt begeleiden naar het regulier onderwijs, het uiteindelijke doel. De kinderen die in de Taalklassen starten, spreken nog geen Nederlands. Ze komen net uit het buitenland. Het allerbelangrijkste is dat kinderen zich snel veilig en thuis voelen, door warmte uit te stralen en ze te laten ervaren dat ze er mogen zijn. Pas als een kind goed in z’n vel zit, komt het tot leren”, besluit Ronith. 

Ruggespraak

2022-10-11

Op De Bosbouwers gaan dit schooljaar maar liefst twee leerkrachten met pensioen. Trudie Dodemont (67) vertrekt per 1 januari 2023 (“Maar ik ga nog wél invallen hoor!”). Dineke Welters (64) maakt het schooljaar nog af en zal dan ook worden uitgezwaaid door haar collega’s. Twee bevlogen vrouwen met hart voor het onderwijs. Allebei raken ze bijna niet uitgepraat over het beroep waar ze, als ze opnieuw voor de keuze zouden worden gesteld, zéker weer voor zouden gaan. 

Hoeveel jaar sta je al voor de klas?
Trudie: “Ik zit al vanaf mijn achttiende in het onderwijs, in Nijmegen en Hoofddorp. Eerst als kleuterjuf en na mijn omscholing in alle andere groepen van het basisonderwijs. In november staat er bij mij veertig jaar als leerkracht op de teller.”
Dineke: “Toen ik in 1979 mijn PA-diploma behaalde, was er geen werk voor me. Na een paar jaar op een notariskantoor kon ik toch gaan lesgeven. En nu werk ik al 29 jaar op De Bosbouwers.”

Hoeveel dagen per week werk je?
Dineke: “Drie dagen per week ben ik intern begeleider en daarnaast ga ik een halve dag per twee weken startende leerkrachten begeleiden.”
Trudie: “Mijn man is al met pensioen, daarom ben ik rustig gaan afbouwen. Toen ik nog drie dagen werkte, had ik het hele weekend nodig om bij te komen. Nu werk in één dag en denk ik: ha fijn, ik mag weer naar school! Maar helemaal stoppen kon ik écht niet.” En lachend: “En ik weet ook niet of ik het in december kan hoor!”

Jullie gaan een nieuwe levensfase in. Kijk je uit naar je pensionering?
Trudie: “Ik sta er heel dubbel in, maar het lijkt me leuk om niets meer te móéten. We gaan graag op vakantie en passen veel op de kleinkinderen. Maar ik wil wel blijven invallen.” 
Dineke: “Als ik met pensioen ga ben ik ‘pas’ 65. Mijn man heeft een hersenbloeding gehad en dat speelt wel een rol bij het eerder stoppen. Maar school helemaal loslaten? Nee, dat kan en wil ik nog niet.”

Hoe bereid je je voor op je pensionering?
Trudie: ”Eigenlijk wil ik er nog niet mee bezig zijn, ik voel me nog zo verbonden met school. Mijn man Ruud is al anderhalf jaar met pensioen en zegt: joh, wij hebben veertig jaar gewerkt voor de ander, de resterende jaren zijn nu voor onszelf. Mij lukt het nog niet om dat hardop te zeggen…”
Dineke: “Ik blijf als begeleider van startende leerkrachten bij het onderwijs betrokken. Wat me fijn lijkt, is dat ik straks lekker overdag naar yoga en gitaarles kan. Ik vraag me alleen wel af wat ik straks nog beteken voor de maatschappij.” 

In welke zin is het onderwijs volgens jullie in de loop der jaren veranderd? 
Dineke: “Ik mis die gezellige dingen die we vroeger buiten de schooluren voor elkaar deden en die niet op het rooster stonden. Zoals in het weekend de hele school versieren voor een bepaald thema. Daar was tijd voor. Nu zit je agenda bomvol dingen die je allemaal móét, plus alle tijd die in registreren gaat zitten. Ik vraag me soms echt af of we daar niet te veel in zijn doorgeschoten. Het is nu wél fijn dat er meer mogelijkheid is om je te specialiseren als bijvoorbeeld gedragsspecialist, reken- of taalspecialist of als aandachtsfunctionaris. Je zit als leerkracht daardoor minder op je eigen eilandje. Presteren is veel belangrijker geworden, terwijl we juist verkondigen dat fouten niet bestaan en dat alles een leerproces is. Dat klinkt tegenstrijdig. En wat jammer dat de kinderen nauwelijks meer lezen. Ze pakken geen boek meer, maar een tablet of iPad. We moeten ouders er echt van doordringen dat voorlezen heel belangrijk is.”
Trudie: “Wat Dineke zegt klopt. Vroeger kon je alleen carrière maken als je directeur werd, nu krijg je alle kans om je als specialist te ontwikkelen. Dat is een mooie ontwikkeling. Overigens, dat al dat registreren zoveel tijd en energie vergt, heeft wel bijgedragen aan mijn besluit om eerder te stoppen met werken. En ook ik voel die druk op kinderen en leerkrachten om doelen te behalen, om aan verwachtingen te voldoen. Dat geldt overigens niet alleen voor oudere leerkrachten, zoals wij. Er stromen daardoor helaas veel jonge leerkrachten uit. Ik vind het ook best zwaar dat de leerlingen van nu veel meer ‘volwassen’ dingen meemaken dan vroeger. Neem het Jeugdjournaal, wat dáár al niet allemaal wordt behandeld.”

Bereiden we de kinderen goed op voor de toekomst?
Trudie: “Vandaag leren voor morgen zit natuurlijk helemaal verweven in onze leerstof. 
Dineke: “Hoe bereid je leerlingen voor op een toekomst die niemand kent? Digitaal redden ze het wel. Geef ze een IPhone of tablet en ze weten hoe ze ermee om moeten gaan. Maar daar zit ook het gevaar. Pesten gebeurt nu vaak digitaal. Ik vraag me wel eens af of we onze leerlingen wel voldoende kunnen voorbereiden op de harde maatschappij. Jij ook hè, Trudie?” 
Trudie: “Ja, ik kan als oma wel zorgen hebben om mijn kleinkinderen. Mijn kleinzoon van zeven had voor de oorlog een jongetje uit Oekraïne in de klas. Dat jongetje is teruggekeerd en nu maakt mijn kleinzoon zich zorgen om hem.”
Dineke: “We proberen de kinderen zo weerbaar mogelijk te maken. We leren hen om over dingen te praten. Dat er altijd iemand is die hen wil steunen. We leven nu eenmaal in een multiculturele samenleving met verschillende opvoedstijlen en dat levert soms best ingewikkelde gespreksonderwerpen op in de klas.”

Heb je goede tips die je zou willen doorgeven aan je collega’s? 
Trudie: “Geniet van de kinderen. Stel je prioriteiten.”
Dineke: “Blijf niet lopen met dingen die je dwars zitten. Ventileer het. Binnen ons team mag je hardop zeggen dat je er even helemaal klaar mee bent. Niemand veroordeelt je daarvoor.”

Blijf je nog betrokken bij het onderwijs? 
Dineke: “Ook na mijn pensionering blijf ik een halve dag per twee weken startende leerkrachten coachen.”
Trudie: “Ik hoop dat ik nog mag invallen na mijn pensionering. Maar niet drie weken achter elkaar hoor! En ik heb een dochter die ook binnen Meer Primair werkt. Daar kan ik lekker mee sparren over het onderwijs.” 

Kweekvijver voor schoolleiders

2022-09-20

Met veel trots presenteert Meer Primair de medewerkers die dit schooljaar zijn gestart met het ontwikkeltraject voor schoolleiders. De medewerkers van diverse Meer Primair-scholen zijn op verschillende wijze in beeld gekomen bij het bestuur om vervolgens via een aantal processtappen de zogeheten kweekvijver in te stromen. De stappen zijn onderdeel van beleid dat het College van bestuur en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in juni zijn overeengekomen. Veel succes gewenst!

Op de foto (v.l.n.r.): Fréderique Kleverlaan–de Vries, Marjolein Carstens, Barbara Scholten (via scherm), Linda Koehorst–Verdonkschot, Marye Spijkerman–Paardekooper en Eef Niezing (College van bestuur).

Eerste leerlingen Buitenplaats Nassaupark gestart

2022-09-08

Lina, Safa, Luna en Safiya mogen zich de eerste kleuters van Buitenplaats Nassaupark noemen. Als bouwers van de toekomst staat hun schooldag in het teken van ontdekken, onderzoeken en ontwerpen. Deze innovatieve onderwijsvorm voor kinderen van 0 t/m 13 jaar gaat uit van de natuurlijke leerstijl van het kind. De nieuwbouw van de school in de wijk Nassaupark sluit daar straks naadloos bij aan. “We ervaren hoe het concept in de praktijk werkt en nemen de inzichten mee in het ontwerp van de school”, zegt leerkracht Karlijn Morren-Dodemont. 

Alhoewel de nieuwbouw pas in 2024 opent, is de instroomgroep van Buitenplaats Nassaupark al gestart in basisschool De Wilgen. Dit geeft de school de kans om het gebouw te ontwerpen en in te richten met inzichten uit de praktijk. Kwartiermaker Jelle van Oosteroom staat samen met projectdirecteur Adriënne van Beinum aan het roer van het project- en ontwikkelteam en licht toe: “Het proces is ingericht van visie tot gebouw in plaats van andersom. Het gebouw is het antwoord op hoe we het onderwijs vormgeven.” 

Ontwikkelplaatsen
Het uitgangspunt van Buitenplaats Nassaupark is dat de kinderen al spelend tot leren komen in een rijke leeromgeving. De brede ontwikkeling van het kind wordt optimaal gestimuleerd in de verschillende ‘plaatsen’. Zo is er een ontdekplaats, een bouwplaats, een huisplaats, een informatieplaats en een eetplaats. “Alle leerdoelen worden verwerkt in spelsituaties in plaats van in bijvoorbeeld kringactiviteiten of werkbladen. Het is dé manier waarop kinderen leren. Die ruimte om jezelf te ontwikkelen, zelf te ontdekken en oplossingen te vinden, zetten we voort na de kleuterbouw. Dat maakt deze onderwijsvorm zo vernieuwend”, vertelt leerkracht van de instroomgroep Barbara Huizenga. “We gaan klasdoorbrekend werken, met activiteiten door de hele school.” Collega-leerkracht en lid van het ontwikkelteam Karlijn Morren-Dodemont vult aan: “De aandacht die er is voor gezonde voeding spreekt mij ook erg aan. Elke dag verzorgt de school een - vaak warme - lunch. Kinderen helpen mee in de keuken en leren zo waar de paprika uit de soep vandaan komt.”

Visie tot gebouw
De eetplaats is de plek waar kinderen samenkomen en krijgt dan ook een centrale plek in het nieuwe gebouw. De sfeer is huiselijk. Zo ligt er een groot vloerkleed in de klas en trekken kinderen hun schoenen uit bij de deur. “Het is mooi om nu het concept in de praktijk te ervaren, zodat we de inzichten mee kunnen nemen voor het ontwerp en de inrichting van de school. Zoals een goede schoenenkast”, lacht Karlijn. 

Interesse
De interesse voor de nieuwe school in de wijk Nassaupark is groot. Het komende jaar breidt de instroomgroep flink uit. Vanaf 2024 is de nieuwbouw voor kinderen van 0 t/m 13 jaar naar verwachting gereed. Opvang en onderwijs sluiten naadloos op elkaar aan, waardoor ontwikkelen in een doorgaande lijn gaat. De voordelen ervaren opvangorganisatie SKH en schoolbestuur Meer Primair al op andere locaties. Ouders die benieuwd zijn naar Buitenplaats Nassaupark zijn van harte welkom om een kijkje te komen nemen in de instroomgroep. Meer informatie: www.buitenplaatsnassaupark.nl.

Column van Joost

2022-07-05

Verkeerd verbonden

Op de tweede zaterdag van juni zit ik op een terrasje in Haarlem in de zon. Bij de toegesnelde medewerker van het barretje bestel ik een appel-perensap. Lekker. Maar ik zit vooral op een terrasje omdat ik ervan houd mensen te observeren. Nog voor ik mijn drankje krijg, is die pret al begonnen. Naast mij zit een stel aan de lunch. Zij zit te bellen over de kleur van een bruidsjurk. Hij eet stil zijn broodje op. De tijd verstrijkt, het gesprek duurt voort. Zijn blik verandert langzaamaan van vrolijk naar stuurs; zijn mondhoeken beginnen ten prooi te vallen aan de zwaartekracht. Eindelijk, na zo’n 20 minuten, is het gesprek voorbij. De gezelligheid tussen hem en haar ook. Zonder iets te zeggen, staat hij op. Zij volgt. Ik hoop maar dat het niet om haar eigen trouwjurk ging, want de kans dat die nog nodig is, is na deze dag een stuk kleiner geworden.

Later die middag passeer ik een openbare speelgelegenheid. Gezinnen met jonge kinderen lopen af en aan. Ik zag nog nooit zoveel kinderwagens bij elkaar, nou ja, behalve bij school dan. Het valt me op hoe gemakkelijk die kinderwagens met één hand zijn voort te duwen. Gelukkig maar, want jonge ouders schijnen heel wat te moeten bellen met iemand die helaas niet mee is naar de speeltuin. Ze vinden het helemaal niet erg dat ik alles kan horen, getuige het feit dat ze állemaal hun mobieltje op luidspreker hebben staan. Het apparaat wordt tussen hun gezicht en de kinderwagen gepositioneerd. De gesprekken zijn kennelijk belangrijk genoeg om ze direct te moeten voeren in plaats van even te wachten tot thuis. Deze dag zijn ze zelfs zo gewichtig dat ik door zo’n wieg op wielen pardoes van de sokken wordt gereden. Een vaag gebromd ‘sorry’ volgt, waarna het gesprek met de onzichtbare al weer snel doorgaat over… dit keer over een of andere afspraak die de ander niet is nagekomen. Hier gaat het al fout in de taalontwikkeling van het jonge kind. Geen gekke lieve woordjes die door papa of mama rechtstreeks tegen hun spruit worden gezegd. Trouwens, wat doet het met het beeld dat een baby krijgt van z’n ouders? Als baby’s zouden kunnen tekenen, zagen we waarschijnlijk gezichten met één, twee, drie of vier ogen, afhankelijk van het aantal camera’s dat het mobieltje van papa of mama heeft. Dat verdienen baby’s toch niet? 

Na deze dag raak ik één gedachte maar niet kwijt: We zijn voortdurend op zoek naar de verbinding met een ander dan met wie we op dat moment verkeren. ‘We zitten hier dan wel samen op het terras, maar eigenlijk wil ik met mijn beste vriendin praten over m’n bruidsjurk.’ En, ‘ik ga dan wel met m’n kind wandelen, maar ik heb er geen moer zin in, want ik wil met iemand anders praten.’ Zoek die persoon aan de andere kant van de verbinding dan gewoon op, in plaats van de ander het gevoel te geven van tweederangs te zijn! Het is toch onbeschoft; je zegt eigenlijk tegen degene met wie je op dat moment bent: Sorry, we zijn verkeerd verbonden, ik moet een ander hebben. 

Stelling: De toename van technische verbindingsmogelijkheden kan een nadelig effect hebben op de kwaliteit van verbinding in onze samenleving. 

Het is hoog tijd voor een herdefiniëring van het begrip ‘verbinding’. Een poging: Verbinding is het fysiek in elkaars nabijheid verkeren en door middel van gesproken woord, betekenisvolle stiltes, aanraking en uitgewisselde blikken een relatie tot stand brengen en in stand houden. Kunnen we daar wat mee? Laten we massaal gaan oefenen. Het wordt vast gezelliger en betekenisvoller om ons heen.

Ruggespraak

2022-07-05

De kracht van verbinding

Op de Oranje Nassau School (ONS) in Badhoevedorp rondt Emma Neijzen (22) dit schooljaar haar laatste jaar als stagiaire af. Of eigenlijk functioneerde ze al meer als leerkracht dan als stagiaire, want Emma startte meteen vanaf het begin van dit schooljaar als LIO in groep 5. Dat alles onder de bezielende leiding van docent Kelly Hellinga (29). Twee vrolijke, bevlogen jonge vrouwen die vanaf dag één een enorme klik en verbondenheid voelen. 

Hoe ben je op de Oranje Nassau School terechtgekomen?
Kelly: “Na mijn minor in Suriname en vier maanden reizen door Zuid-Amerika startte ik bij Meer Primair in de invalpool. Ik ontdekte dat het niet bij me past om les te geven aan meerdere klassen. Ik zat niet op mijn plek en dacht aan een carrièreswitch. En toen kwam ik op de Oranje Nassau School. Dat voelde vanaf dag één als thuiskomen. Die carrièreswitch was niet meer nodig.” 
Emma: “Na twee turbulente tussenjaren vol reizen in Zuidoost-Azië, kwam ik als derdejaars student iPabo bij Kelly in de klas. Ik heb mezelf namelijk beloofd om eerst de iPabo af te ronden, dan minimaal een jaar fulltime te gaan werken en dan surfinstructeur te worden in Indonesië. Dat reizen blijft ideaal. Maar de Oranje Nassau School komt daar wel dicht bij in de buurt hoor!”

Welke plaats nemen stagiaires in op jullie school?
Kelly: “Wij bieden onze stagiaires alle ruimte om zich te ontwikkelen. Tijdens je stageperiode leer je om een volwaardig docent te worden. Om in een veilige omgeving je ideeën te durven spuien en verbinding te leren maken met leerlingen, ouders en het docententeam.”
Emma: “Ik heb hier op school geen moment het gevoel gehad dat ik anders werd behandeld dan de docenten. Het hele team deed zijn best om mij straks zo competent mogelijk het werkveld in te laten gaan.” 

Hoe is het om stagiaire te zijn of om een stagiaire te begeleiden?
Kelly: “Dit is mijn vierde jaar in groep 5 en elk jaar had ik een stagiaire. Stagiaires reiken je nieuwe ideeën en inzichten aan en daar maak ik graag gebruik van. Ik vind het leuk om samen te sparren. En als onze visies dan overeenkomen, is dat nóg leuker. Emma kreeg een 9,7 voor haar stage; nou, met zo iemand samenwerken is natuurlijk prettig.”
Emma: “Kelly biedt me alle vrijheid om me te ontwikkelen en het maximale uit mijn stageperiode te halen. Dit schooljaar sta ik als LIO op woensdag, donderdag en vrijdag voor haar groep 5. Kelly staat dan voor een andere groep. Aan het eind van elke dag evalueren we. Wat ging er goed? Welke kinderen waren heftig? Welke deden het enorm goed? Hoe zou het volgende keer eventueel anders kunnen? Het verloopt allemaal heel soepel!” 

Hoe belangrijk is het dat je een goede klik hebt bij zo’n intensieve samenwerking?
Kelly: “Als er geen klik is, moet je het samen tóch gaan doen. Dat kan, als je maar heldere afspraken maakt. Wanneer er echter zo’n goede vibe is zoals bij ons, is dat wel bevorderlijk voor de sfeer.” 
Emma: “Tjonge, wat geniet ik van het lesgeven. Van het werken met de kinderen en hoe ze op mij reageren. Maar na schooltijd lach ik misschien nóg meer dan onder schooltijd. Het is zo leuk dat we in alle positiviteit lol kunnen maken om wat we allemaal meemaken gedurende de dag.”

Wat maakt dat jullie samenwerking zo soepeltjes verloopt?
Kelly: “Emma is heel competent in wat ze doet en bereidt originele lessen voor. Dan denk ik: wie ben ik om daar iets op aan te merken? En als ze ergens tegenaan loopt, hebben we het erover.”
Emma: “Ik voel dat Kelly vertrouwen in me heeft. Omdat zij alleen op maandag en dinsdag voor onze groep 5 staat, en de andere dagen voor een andere groep, komt er administratief werk voor twee groepen op haar af. Ik probeer haar daar zoveel mogelijk bij te ondersteunen.”

Accepteren de ouders dat jij als stagiaire zo’n grote rol speelt in de klas?
Emma: “Ik zal vast een aantal dingen nog niet helemaal goed doen, maar als de kinderen daar geen last van hebben, dan hebben de ouders er naar mijn idee ook weinig last van.”

Reageren de kinderen anders op de stagiaire dan op hun eigen juf?
Kelly: “Nee, niet op het gebied van: dit is mijn juf en dat is ‘slechts’ de stagiaire. Wel op het gebied van persoonlijkheid. Sommige kinderen reageren anders op mij dan op Emma. Hè Em?”
Emma: “In de eerste twee jaar zien ze je nog wel echt als ‘de stagiaire’. Dit jaar niet meer, ik draaide vanaf dag één in de formatie mee.”

Wie maakt de lesschema’s? Kelly of Emma?
Emma [met een giechelende Kelly ernaast]: “Haha. Kelly heeft ontzettend veel talenten, maar planning is daar niet eentje van. Onze overdracht verloopt overigens heel gestructureerd.” 
Kelly: “Natuurlijk ligt er wel een format, maar daar wijk ik ook weleens vanaf. Online houden we elkaar echter goed op de hoogte welke lessen we hebben gegeven.” 

Straks is Emma afgestudeerd… en dan?
Kelly: ”Natuurlijk ga ik Emma als maatje missen, ik heb haar immers twee jaar bij mij in de klas gehad. Maar ze wordt nu officieel mijn collega van groep 8! Ze is gelukkig dus niet écht weg.”
Emma: “Ik denk dat ik Kelly méér ga missen dan zij mij. Ik heb echt heel veel aan dat sparren van ons. Daar zal ik als startende fulltime leerkracht nog veel behoefte aan hebben.”

Hoe bewegend leren kinderen verder helpt

2022-07-05

Nieuw in het nascholingsprogramma van Meer Primair is de training over reflexen en motorische ontwikkeling van beweegspecialist en collega van Klippeholm Chantal Schuil. “In drie workshops van anderhalf uur behandel ik nieuwe theorie en praktische tips zodat je de kennis direct in je werk kunt toepassen.”

In de training gaat Chantal in op wat storende reflexen met het leerproces van een kind doen, wat de oogmotoriek van een kind te maken heeft met lees- en schrijfproblematiek en hoe een kind met bewegend leren beter in zijn vel zit en tot leren lezen, rekenen en schrijven komt. ‘Had ik dit maar eerder geweten’, zeggen de collega’s van Chantal Schuil regelmatig. “Afgelopen december rondde ik de opleiding coördinator bewegend leren af. Ik had niet verwacht dat ik zóveel nieuwe inzichten op zou doen en hoe dit in de praktijk uitpakt. Beweegoefeningen laten binnen drie maanden resultaat zien. Het handschrift verbetert en kinderen komen beter tot lezen en rekenen. Ook in de bovenbouw.”

Voor iedereen
“Groepsleerkrachten, IB’ers, directeuren, zelfs vakdocenten bewegingsonderwijs hebben baat bij deze training. Deze kennis is vrij nieuw en wordt niet behandeld op de pabo of de ALO. De workshops worden overigens niet al te theoretisch, maar bij interesse kan ik altijd nog een verdiepingscursus geven.” Chantal past de theorie zelf al veel toe. “Collega’s zijn heel enthousiast, ze vragen me vaak even mee te kijken. Zo screen ik kinderen met een leesproblematiek. Ik bekijk hoe het gesteld is met hun oogmotoriek, of ze goed kunnen volgen, richten, de ogen goed samenwerken en of het visuele midden niet verschoven is.” Chantal traint al spelenderwijs de fijne oogmotoriek van kinderen. Daar zet ze bijvoorbeeld vingerpoppetjes of knikkerbanen voor in. 

Stappen
Vijftien jaar geleden startte Chantal Schuil na de ALO als gymleerkracht bij Klippeholm en Klavertje vier. “Sindsdien volg ik alles wat met bewegend leren te maken heeft en zoek ik mogelijkheden om het bewegen ook naast de gymlessen in te zetten. Eerst heb ik samen met een werkgroep het schoolplein aangepakt. Daarnaast hebben we een plusklas opgezet voor talentvolle bewegers en bieden we een moment aan voor de minder vaardige kinderen”, Chantal vervolgt: “En alle groepen maken sinds een jaar intensief gebruik van het pronkstuk van de school: de ‘active floor’ in de speelzaal. Met een projector kunnen wel 1500 spellen op een mat gespeeld worden. Van memorie met je voeten tot het oefenen met breuken.” 

Leerlijn
Voor de nabije toekomst heeft de beweegspecialist grote ambities. “Momenteel schrijf ik een rode draad bewegend leren voor de groepen 1 t/m 8. Een soort bewegend leren 2.0.” Chantal Schuil vermoedt dat er nog veel winst te behalen is op het gebied van bewegend leren. “Het mooiste zou zijn als er binnen elke stichting een coördinator zou zijn die basisscholen kan begeleiden bewegend leren in het onderwijs te verweven en eventuele hulpvragen kan behandelen.” 

Meepraten én beslissen in de Leerlingenraad

2022-07-05

De Klimop, De Vredeburg, Tabitha, Caleidoscoop, de Oranje Nassau School en Communityschool In de Breedte hebben er één: een Leerlingenraad. Onder leiding van een leerkracht overleggen kinderen, meestal uit de bovenbouw, over allerlei zaken die hen direct aangaan. Daarbij vertegenwoordigen zij hun achterban: de kinderen in hun klas. E-Zine ging in gesprek met twee enthousiaste leerlingen van de Leerlingenraad van De Vredeburg: de dames Irem uit groep 7 en Feline uit groep 6 en juf Linda Murk, die de Leerlingenraad begeleidt.  

Hoe kom je in de Leerlingenraad? 
Linda: “Aan het begin van elk schooljaar krijgen alle kinderen in de groepen 5, 6, 7 en 8 (van elk leerjaar zijn er twee groepen) de kans zich verkiesbaar te stellen voor de Leerlingenraad. De klas stemt (anoniem) wie hun vertegenwoordiger wordt.” 
Feline vertelt hoe dit in haar groep ging: “Ik mocht een speech houden voor de klas waarin ik vertelde waarom ik in de Leerlingenraad wilde: ik vind het leuk te vertellen over mijn eigen ideeën, maar ook die van anderen. Ik vertegenwoordig wel de hele klas in de Leerlingenraad! Na een stemming werd ik gekozen. Ik riep “Jeeeh!” Mijn ideeën? Nou... langer gymmen en moestuintjes bij de school.” 
Bij Irem in de klas mochten alle kinderen die dat wilden op een briefje schrijven waarom zij geschikt zijn voor de Leerlingenraad. Ook Irem vindt het belangrijk om alle kinderen de kans te geven mee te denken over de school en hun mening te geven. “En er wordt ook echt geluisterd.”

Degelijke voorbereiding
Een vergadering wordt goed voorbereid. De vertegenwoordigers van de Leerlingenraad horen welke onderwerpen er op de agenda staan, en praten daar eerst met hun eigen groep over. Dat de dames daarbij zelf even voor de klas moeten staan om de mening van hun klasgenoten te vragen, vinden ze niet zo spannend. Irem: “Dat vind ik juist leuk. We zitten al heel lang bij elkaar in de klas, dus ik vertrouw de kinderen in mijn klas helemaal. Ze geven gewoon hun eerlijke mening.” 
Het evalueren van feesten of activiteiten die hebben plaatsgevonden, is een terugkerend item. Linda: “Zo hadden we het laatst over Pasen. De kinderen gaven aan dat ze een gekookt ei misten bij het paasontbijt. Dat hadden we altijd, maar vanwege alle veranderingen door corona hebben we daar deze keer helemaal niet aan gedacht. Het ei komt volgend jaar weer terug. En we dachten dat alle kinderen het wel fijn zouden vinden dat de ouders 's morgens weer mee de school in mogen, nadat dat een tijdlang niet het geval was. Dat blijkt helemaal niet zo te zijn. De meeste oudere kinderen vinden het eigenlijk wel fijn dat ouders niet meer elke dag in de school zijn. Het is veel rustiger op deze manier en ze kunnen sneller aan het werk. Op dit moment mogen ouders op maandag en donderdag naar binnen, maar niet de klas in. In overleg met de Leerlingenraad wordt er nu gekeken naar de mogelijkheid om ouders een aantal dagen in het jaar een kijkje in de klas te laten nemen.”

Diverse onderwerpen
In de Leerlingenraad, die zes keer per jaar vergadert, komen allerlei onderwerpen aan de orde. Zo hebben de kinderen meegedacht over een actie voor Oekraïne en welke goede doelen gesteund konden worden door het organiseren van een sponsorloop. Bij het uitkiezen van een nieuwe rekenmethode mochten ze na een aantal proeflessen hun voorkeur aangeven. Ook over de bestemming van het schoolreisje wordt gepraat. Om het jaar gaan ze naar het pretpark of een dierentuin. De Leerlingenraad beslist mee over de keuze van het pretpark of de dierentuin. Linda: “Al pratend kwamen we erachter dat ze eigenlijk veel liever ieder jaar naar een pretpark gaan. Die optie wordt nu bekeken. “ 
Feline vult enthousiast aan: “En we hebben gevraagd of er weer een schommel mag komen bij het gebouw voor de bovenbouw. Die was weggehaald toen er oudere kinderen in dit gebouw kwamen, maar we missen de schommel wel.” Tja... ook daar buigt de directie zich nu over. Overigens heeft de Leerlingenraad elk jaar een klein budget om (buiten)speelgoedmateriaal aan te schaffen voor elke groep.
De dames hebben nog wel een tip voor andere scholen. Irem: “Op elke school moet er gewoon een Leerlingenraad komen, zodat alle kinderen kunnen meedenken. Dat is gewoon heel leuk én belangrijk!”

Een relatie opbouwen

2022-07-05

Een open en constructief gesprek over je werk. Als leraar of als medewerker kan je daar ineens behoefte aan hebben. Waarom dan wachten tot een functioneringsgesprek? De gesprekscyclus ‘Het Goede Gesprek’ biedt het hele jaar door ruimte voor uitwisseling met je leidinggevende. ‘In gesprek zijn, betekent ook een relatie opbouwen.’

Permanent in gesprek
“Voor de fusie van 2014 had elke school zijn eigen gesprekscyclus”, vertelt collegevoorzitter 
Eef Niezing. “Wel werden de gesprekken gevoerd op basis van gelijkwaardigheid. Op de ene school was de gesprekscyclus intensiever dan op de andere.” Na de start van Steven van Gestel als strategisch HR-partner, wilde Meer Primair inzetten op ‘Het Goede Gesprek’. “We wilden ook minder formeel en vooral permanent met elkaar in gesprek.”

Groen vinkje
“De oude regeling voldeed niet meer”, benadrukt Lilian Schuurman, directeur van Vesterhavet. Met collega Toyah Vogels van De Regenboog, zat ze in de voorbereidende projectgroep. “We zijn ons gaan afvragen wat voor gesprek we eigenlijk willen voeren. Wil je alleen een groen vinkje zetten omdat een medewerker aan zijn verplichtingen heeft voldaan?” De nieuwe opzet is veel breder dan dat: “Je wil in gesprek zijn en kunnen zeggen dat je trots bent op iemand bent.”

Verborgen talenten
Kwaliteit was een belangrijke aanleiding voor de nieuwe manier van gespreksvoering. “We willen onze medewerkers in hun kracht zetten”, legt Eef uit. “Meer ruimte geven om zich te ontplooien.” Door vaker met elkaar in gesprek te gaan, krijgen leidinggevenden beter door wat hun medewerkers willen. “Verborgen talenten komen aan het licht. Dat kan over de inhoud van het onderwijs gaan, maar ook over organisatorisch vermogen.” Al is Meer Primair nu vooral gebaat bij heel goede leerkrachten. 

Positiviteit
‘Het Goede Gesprek’ bestaat in totaal uit negen verschillende soorten gesprekken, in lijn met de kernwaarden van Meer Primair. Sommige gesprekken zijn formeel, andere juist wat informeler. “We hebben bewust gekozen voor een brede insteek op basis van positiviteit”, legt Lilian uit. Gesprekken vinden plaats gedurende het hele schooljaar. “Het gaat er om medewerkers te volgen en in contact te blijven. Met de een zal vaker een gesprek plaatsvinden dan met de ander. Net waar iemand behoefte aan heeft.”

Het goede spoor
De formelere kant van de gesprekken valt onder de noemer ‘Het moedige gesprek.’ “Soms is het nodig om een wat steviger gesprek aan te gaan”, legt Eef uit.  Als er twijfels zijn over het functioneren of een medewerker niet op de juiste plek zit. “Ons vertrekpunt daarbij is altijd om mensen weer op het goede spoor te zetten. Bijvoorbeeld door een verbetertraject af te spreken of een andere manier om de medewerker te ondersteunen.”

Permanent met elkaar in gesprek: met ‘Het Goede Gesprek’ is er meer ruimte om de kwaliteiten van de medewerkers te benutten. Met in het achterhoofd de schoolkinderen die dagelijks een van de scholen van Meer Primair benutten. “We doen alles wat de kinderen ten goede komt”,  stelt Eef. Op 17 maart heeft de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (PGMR) ingestemd met de nieuwe gesprekscyclus. Voortaan kan iedereen op basis van de nieuwe regeling met elkaar in gesprek. 

Plek van ontdekkingen

2022-07-05

Op Community School ‘In de Breedte’ in Floriande-Zuid worden kinderen van De Brandaris, Klavertje vier en SKH Kindcentrum Mirakels op allerlei manieren uitgedaagd. Algemeen directeur Gertine Hazelaar heeft de opdracht om waar mogelijk de samenwerking te intensiveren en de wijk aan de school te verbinden.

“Na veertien jaar op verschillende basisscholen en IKC’s directeur te zijn geweest, heb ik sinds de start van dit schooljaar voor het eerst een overkoepelende rol. Het afgelopen jaar heb ik geïnvesteerd in het contact met de wijk. Mijn droombeeld is dat clubjes en verenigingen uit de omgeving in de avonduren samenkomen in onze ruimtes. Dat is duurzaam en de vergoeding kunnen we vervolgens investeren in ons naschoolse programma.” In het gebouw valt er van alles te ontdekken en te doen. Zo is er een Creator Lab met een focus op wetenschap en technologie, een Vitality Lab, waar kinderen leren over gezond gedrag en duurzaamheid en een Learning Lab, met een accent op leren hoe te leren. “Mijn wens is om daar een Theater Lab aan toe te voegen, we hebben een groot podium in de aula. Ook dat zou ik graag een plek in de wijk geven.”

Pluspunt
De ruimtes worden intensief door het onderwijs en Mirakels gebruikt, zo vertelt pedagogisch medewerker Muna Mohamed. “Kinderen zijn echt aan het ontdekken, zeker de oudsten gaan hun gang en zijn heel enthousiast. Dat we als kinderopvang toegang hebben tot zoveel faciliteiten is echt een pluspunt, ook voor ouders. We zijn in ontwikkeling en steeds meer in verbinding. Zo hebben we een training gekregen om goed gebruik te kunnen maken van het Creator Lab, ontvangen we mailings en zijn er kennismakingsmomenten met de leerkrachten.”

Communitea 
“Omdat medewerkers van de opvang en het onderwijs andere werktijden hebben, is het ingewikkeld om elkaar te treffen”, vertelt Gertine Hazelaar. “Daarvoor organiseerde ik ‘Communitea’-gesprekken, waarin teamleden die met elkaar te maken hebben, samen in gesprek gaan. Je krijgt dan hele concrete terugkoppeling. Zoals dat de medewerkers van de peutergroep graag eens bij het onderwijs mee willen kijken en andersom. Ook hebben we twee keer per jaar een Community-avond waarbij collega’s elkaar beter leren kennen en de gelegenheid krijgen te vertellen over hun passie.”

Vriendschappen
Een van de sprekers tijdens de Community-avond was Dennis van Vliet. Als vakleerkracht bewegingsonderwijs van Klavertje vier gaf hij workshops over bewegend leren. “Daar was veel animo voor, gaaf om te zien.” Tien jaar geleden maakte Dennis bewust de keuze voor Klavertje vier. “Sinds ik hier werk heb ik een goede band met de vakleerkracht van De Brandaris. De gezamenlijke Pietengymles is een mooi voorbeeld van onze samenwerking. Wat ik daar zo leuk aan vind: vreemde blikken dwingen. Leerlingen gedragen zich compleet anders met nieuwe gezichten. En er ontstaan nieuwe vriendschappen.”

Raad
“Dit jaar hebben we ook een Communityraad opgericht, bestaande uit kinderen van De Brandaris, Klavertje vier en de BSO”, vult Gertine aan. “Kinderen vinden het leuk om mee te krijgen hoe het op de andere school gaat. Wat anders is en wat hetzelfde. De raad heeft input geleverd voor de schoolpleinen, mogelijke uitbreiding van de naschoolse activiteiten en de kinderen namen het initiatief voor een spelcircuit voor de jongste kinderen, omdat zij in coronatijd zoveel activiteiten hebben moeten missen. Het plannen, bedenken van de spelletjes en het informeren van de leerkrachten en ouders is enorm leerzaam voor ze.”

  

CBS De Regenboog opent nieuw Lab’O

2022-05-24

Zelf ontdekken en zelf oplossingen verzinnen: leerlingen kunnen er niet vroeg genoeg mee beginnen. In het nieuwe laboratorium – Lab’O – van CBS De Regenboog krijgen ze de vrijheid om te leren en te doen. “Onze leerlingen zijn de probleemoplossers van de toekomst.”

Samen bouwen
Er is een speciaal lokaal ingericht voor Lab’O op De Regenboog. In het lokaal kunnen leerlingen aan de slag met ICT, maar ook met handvaardigheid, koken en techniek. Alles draait om samen creëren en samen bouwen vanuit ‘challenges’ of probleemstellingen. Goede of foute oplossingen bestaan niet. Het gaat om het circulaire proces van doen en verbeteren. Vandaar de O in Lab’O. 

Creatieve proces
Schoolleider Toyah Vogels benadrukt het belang van het achterliggende gedachtengoed. “Ons doel is om de activiteiten te integreren in de dagelijkse onderwijspraktijk. We stimuleren het creatieve proces waarin niet één antwoord goed is.” Gezien de huidige maatschappelijke vraagstukken lijkt het goed om leerlingen te laten experimenteren. In de toekomst zullen zij die vraagstukken te lijf moeten. “We hebben daarom geen leerlijn uitgeschreven voor deze activiteiten”, legt Toyah uit. “We willen de creativiteit van onze leerlingen laten opbloeien.”

Probleem oplossen 
“We willen leren leuk en aantrekkelijk maken”, vult onderwijsassistent Myrna Nooij aan. Zij is de ambassadeur van Lab’O en volgde een cursus ‘STEAM-specialist’ om haar collega’s te kunnen ondersteunen. “Ik wilde het denkproces onder de knie krijgen, de materialen in de hand hebben en leren hoe ik de leerlingen het beste kan begeleiden.” Uitgangspunt voor de activiteiten in het lab zijn 21e-eeuwse vaardigheden, zoals creatief denken en probleem oplossen.

Toekomstgericht onderwijs
Het Lab’O komt voort uit vier jaar geleden gestarte lessen ICT. Vanaf groep 3 kregen alle leerlingen les in basisvaardigheden, mediawijsheid en programmeren. Toyah: “Lab’O is een logisch gevolg van onze wens om ons toekomstgericht onderwijs te verdiepen.” Daarom is er ook veel aandacht voor creativiteit. Inspiratie voor de inrichting vonden ze bij collega-scholen De Brandaris en Klavertje vier, die een Tech Lab hebben, gericht op wetenschap en techniek. De initiatiefnemers van De Regenboog kozen vervolgens voor een bredere opzet.

21e-eeuwse vaardigheden
Onder 21e-eeuwse vaardigheden verstaan we: zelfregulering, kritisch denken, creatief
denken, probleem oplossen, computational thinking, informatievaardigheden, ICTbasisvaardigheden,
mediawijsheid, communiceren, samenwerken, zelfregulering, sociale
en culturele vaardigheden bron: 21e-eeuwse vaardigheden - SLO

Drie stappen
Hoe werkt het Lab’O dan? Voor de activiteiten maken de leerlingen gebruik van een stappenplan. Daarin worden de stappen visueel weergegeven, zodat ze goed kunnen zien waar ze zijn in het proces. Dat klinkt wellicht ingewikkeld, maar de basis is eenvoudig. Het gaat om drie stappen: denken, doen en delen. ‘Die stappen blijven we herhalen. Je denkt over iets na, je doet iets en je deelt het,’ legt Myrna uit. Leerlingen kunnen elkaar helpen, aanvullingen bieden en eigen ideeën inbrengen. Net zolang tot ze een resultaat bereiken.

Voorbeelden
De jongste leerlingen kunnen daar op hun eigen manier al mee aan de slag. In groep 1-2 kunnen de leerlingen bijvoorbeeld beginnen met Duplo. In hogere groepen kunnen ze met andere materialen gaan werken. Myrna: “Je begint met iets kleins en uiteindelijk groei je met de leerlingen toe naar iets groters.” Hoe Lab’O zich gaat ontwikkelen is nu nog niet te voorspellen, maar mooie voorbeelden van activiteiten zijn er al wel. Leerlingen werken met legosets die programmeerbaar zijn en blijken daar snel mee om te kunnen gaan. “Sommige leerlingen hebben al na één les door hoe het werkt.’

Actie-reactie
Programmeren klinkt ingewikkelder dan het is. In sommige apparaten zit een smart hub, die verbonden is met een iPad. Via de iPad kan je de mogelijkheden van die apparaten instellen. Je kunt een bewegingssensor inschakelen of een bewegingscamera, waardoor een onderdeel gaat draaien of bewegen. “Het is echt actie-reactie”, legt Myrna uit. “We vinden het zelf ook leuk”, voegt Toyah toe. “Het lesgeven gaat bijna vanzelf!” Tijdens de opening van Lab’O op woensdag 13 april bouwden leerlingen uit de onderbouw met behulp van Kapla en de bijbehorende join clips een brug over het water. Ze bedachten hoe ze het gingen aanpakken, gingen tot actie over en deelden het resultaat met hun klasgenoten. Precies volgens het gedachtengoed van Lab’O: denken, doen en delen. Daarmee is de eerste stap in de verdieping van toekomstgericht onderwijs bij CBS De Regenboog gezet.

Meer weten?
De technische kant van Lab’O – zoals het beheer van iPads en dergelijke – is in handen van de ICT-coördinator van De Regenboog. Voor vragen kan je contact opnemen met schoolleider Toyah Vogels t.vogels@deregenbooghoofddorp.nl of techlab specialist Myrna Nooij m.nooij@deregenbooghoofddorp.nl

Bekijk hier de video!

Lastig om het pinksterverhaal aan de kinderen over te brengen?

2022-05-24

Met ‘Wat een verhaal’ heb je prachtige handvatten

Alleen al bij het zien van het logo van Meer Primair is het overduidelijk: we zijn een stichting voor christelijk en katholiek basisonderwijs. Wat houdt dit in? Op welke wijze dragen wij deze christelijke en katholieke identiteit uit? Hoe ziet dat er in de praktijk op een basisschool uit? Hiervoor zijn er methodes zoals Trefwoord. Sinds een aantal jaar heeft Meer Primair ook een eigen project, namelijk: ‘Wat een verhaal’. Het is nog niet volledig ontwikkeld en nog niet alle scholen werken ermee, maar het begin is zeer veelbelovend.

Waarom ‘Wat een verhaal’?
Bedenker en grondlegger van ‘Wat een verhaal’ is Bert Verkade, gepensioneerd directeur van de Oranje Nassau
School. Hij vertelt waarom hij de noodzaak voelde tot het ontwikkelen van een nieuwe methode: “Ik vind het belangrijk dat kinderen leren over onze christelijke cultuur, dat ze weten wat we vieren met Pasen en Pinksteren en dat ze begrijpen wat die half afgebouwde toren betekent die ze zien op een schilderij in het Rijksmuseum. Omdat kinderen nauwelijks meer in de kerk komen en weinig ouders nog aandacht besteden aan de Bijbel, is het de taak van de school om kinderen die verhalen te vertellen. Liefst op zo’n manier dat het blijft hangen. 

Ook om het gesprek aan te gaan; verbanden te leggen met persoonlijke ervaringen in de hedendaagse context. Andere methodes, met allerlei spiegelverhalen en beperkte bijbelverhalen, voldoen daar in mijn ogen niet genoeg aan.”

Lange aanloop
Bert stelde ongeveer acht jaar geleden een canon van bijbelverhalen samen. Bijna alle partijen waarmee hij zijn plannen deelde, waren enthousiast, maar geen uitgever die met hem in zee wilde. Een aantal jaren van frustratie volgde. Meer Primair is steeds in ‘Wat een verhaal’ blijven geloven. Toen de samenwerking met Arkade (de organisatie waarmee MP samenwerkt als het gaat om vraagstukken rond identiteit en levensbeschouwelijke vorming) gevonden was, ging het balletje langzaam rollen. De geselecteerde bijbelverhalen werden herschreven en door Coby Speelman van Arkade geschikt gemaakt voor verschillende leeftijdscategorieën. Al googelend vond Bert een Amsterdamse illustrator: Esther Miskotte. Leuk detail: zij bleek op de Oranje Nassau School te werken! Er werd een website gemaakt en er kwam een gebruikersgroep: leerkrachten binnen Meer Primair die als pilot met de methode gaan werken.

Muziek op maat
Met veel trots vertelt Bert over de speciaal gecomponeerde muziek. “De muziek wordt gecomponeerd door musicus en componist Rob van Dijk, Ad Alberts van Klavertje Vier én mijzelf.” Oud-collega Elske Vledder schrijft de teksten. De liedjes worden met en zonder zang ingespeeld door muzikanten van Pier K.” Hij laat een stukje horen van een lied dat hij onlangs gecomponeerd heeft, waarin duidelijk te horen is hoe David voor een dilemma staat: zijn mannen staan klaar om Saul te doden. Zal hij dat commando geven? Bert: “Dit jaar moeten er tien tot vijftien liedjes af zijn. In totaal worden het er vijftig.”

Professioneel team
Hoe meer Bert vertelt, des te duidelijker wordt dat ‘Wat een verhaal’ inmiddels meer is dan een goedbedoeld project. Er ligt een gedegen organisatie aan ten grondslag, waarin meerdere professionals samenwerken. Twee hoogleraren van de VU, prof. dr. Gerdien Bertram Troost (Onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief) en prof. dr. Peter-Ben Smit (contextuele bijbelinterpretatie) leveren input en commentaar. Nasira Al Jouhari, oud-collega met een Islamitische achtergrond, zoekt in de verhalen naar verbanden met de Islam. Zo is er ook een deskundige die verbanden zoekt met het Jodendom en een pastoor die de herschreven verhalen met een katholieke blik bekijkt. Bert heeft in Inge Louerse een sparringpartner gevonden. Tel daar de mensen van Arkade, de muzikanten en de medewerkers van Meer Primair in de gebruikersgroep bij op en je komt op een team van meer dan twintig mensen.

Aantrekkelijke website
Een kijkje op de website www.wateenverhaal.nu (inloggen met een schoolaccount) levert veel moois op. Op een overzichtelijke startpagina is het makkelijk zoeken naar een verhaal of een thema voor jouw groep. Je vindt niet alleen een op maat geschreven verhaal dat je kunt voorlezen en in je eigen woorden kunt vertellen. Ook fantastische tekeningen, achtergrondinformatie, verbanden met andere godsdiensten en verwerkingssuggesties vind je er. Lastig om het pinksterverhaal aan de kinderen over te brengen? Met ‘Wat een verhaal’ heb je prachtige handvatten. Nog niet alle thema’s zijn volledig gevuld, over ongeveer een jaar zal dat wel het geval zijn. Het projectteam gaat dan actief scholen en schoolbesturen benaderen en een manier vinden om (financieel) op eigen benen te staan. De toekomst ziet Bert zonnig in.

Ken je ‘Wat een verhaal’ nog niet?
Bekijk het promotiefilmpje en de website en wie weet... word jij ook in vuur en vlam gezet!

Ruggespraak

2022-05-24

De kracht van inspiratie

(Nog) niet alle leerkrachten binnen het grote Meer Primair kennen elkaar. Maar Anneloes Bouwmeester en Marijke van Agteren hebben een bijzondere verbondenheid. Marijke is directeur op IKC De Lente in Abbenes en Anneloes werkt als jongekindspecialist op IKC Wereldwijs. Als kind zat Anneloes bij Marijke in groep 7 van de Juliana van Stolbergschool. En toen zij op IKC Wereldwijs startte als kleuterjuf (haar geuzennaam), was Marijke daar IB’er. Twee bevlogen vrouwen die we een paar vragen voorleggen over wat voor hen de kracht van inspiratie is.

Hoe beleef jij jouw werk als leerkracht c.q. directeur?
Anneloes: “Als kleuter wist ik al dat ik juf wilde worden. Ik begon als onderwijsassistent en specialiseerde me vervolgens op de pabo in de bovenbouw. Werken met jonge kinderen bleek echter helemaal mijn ding. Hier tussen de kleuters ben ik op mijn plek.”
Marijke: “Ik ben de pabo gaan doen, omdat andere opleidingen (zoals fysiotherapie) niet bij mijn talenten aansloten. Na heel wat jaartjes in het speciaal en voortgezet onderwijs en verschillende scholen van Quercus, stapte ik over naar de bovenbouw op IKC Wereldwijs en specialiseerde ik me als gedragsspecialist en IB’er. Ook als directeur van een kleine school ligt daar mijn interesse.”

Wat boeit je aan het onderwijs? Waarom doe je wat je doet?
Marijke: “Ik ben pedagogisch beter dan didactisch. Boven mijn bureautje hangt een mooie zegen van Franciscus van Assisi. De kern daarvan is: Je moet erin geloven dat God je zegent met genoeg dwaasheid, zodat je een verschil kunt maken in de wereld. Zodat je kan doen waarvan anderen zeggen dat het niet gedaan kan worden. En dat is precies wat me boeit: een verschil kunnen maken voor de kinderen in je klas. En dan met name voor de kinderen die buiten de boot vallen. En geloof me, daarvan hebben we er heel wat op Wereldwijs en De Lente.”
Anneloes: “95% van de leerlingen hier is allochtoon. We hebben nu een kleuterklas van 32 kinderen met één Nederlands meisje en dat heeft enorme impact op de cultuur in je klas. Ik voel me er als een vis in het water bij. Veel kinderen komen binnen zonder ook maar één woord Nederlands te kunnen spreken. We hebben kinderen van vluchtelingen en expats, maar ook veel met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Helaas zit nu ook onze nieuwe taalkleuterklas helemaal vol, dus gaan er toch veel kinderen naar de gewone kleuterklas. Veel kinderen hebben schrijnende thuissituaties; hier in de groep kunnen ze ontspannen, vriendjes maken.”

Wat motiveert jou?
Marijke: “Samen met ouders, leerlingen en collega’s plannen maken, problemen oplossen, iets leuks bedenken om de situatie te verbeteren. Daar word ik blij van. Natuurlijk weet je dat je voorgenomen plannen altijd zullen worden doorkruist door de waan van de dag. Er zijn altijd kinderen of leerkrachten waar iets mee is. Maar juist met al die mensen een gemeenschap vormen, dát motiveert mij. Het zijn niet de verplichte cijfertjes en prognoses die me motiveren. Die ménsen maken mijn dag.” 
Anneloes: “Elk jaar pak ik dingen weer anders aan, het motiveert me als ik zie dat de kinderen de lesjes dan beter oppikken. Ik ben nu zes jaar kleuterjuf en alles verloopt al veel gestroomlijnder. Ik heb goed inzicht waar ze staan en waar we naartoe werken in twee jaar. Zelf ben ik ook gegroeid. Maar ik wil nog veel meer leren over kleuters, daarom ga ik volgend jaar de opleiding Specialist jonge kind doen.”

Zijn er ook momenten dat je inspiratie mist? Hoe los je dat op? 
Anneloes: “Nee eigenlijk niet! Ik heb eerder te veel ideeën dan dat ik ze mis. Ik moet soms zelfs op de rem gaan staan, anders blijf ik bezig.”
Marijke: “Toen ik net begon als directeur was er zo’n dag dat we een vacature hadden, viel er een leerkracht uit en
waren er ook nog mopperende ouders. Dan denk je weleens: waarom wilde ik dit? Maar ik heb een fijn team om me heen en dan kan ik dat weer snel achter me laten.” 

Zoek je actief naar inspiratie? Hoe raak je geïnspireerd? 
Anneloes: “Mijn vriend wordt af en toe helemaal gek van me. Als we in het bos lopen en ik zie dennenappels, dan gaan die hup de tas in. En op het strand rapen we natuurlijk schelpen. Voor een lesje, denk ik dan.”
Marijke: “Ik vind het heerlijk om na te denken in de natuur, te wandelen, onder de mensen te zijn. Dat inspireert me.”

Wie of wat is jouw inspiratiebron?
Anneloes: "Mijn moeder. Zij volgde ook de opleiding tot kleuterleidster en vindt het heerlijk om mee te denken over lesjes. Toen ik klein was, bedacht ze de leukste knutselwerkjes en partijtjes. Mijn enthousiasme komt echt van haar. Wij hebben hier een heel jong team en iedereen heeft weer andere, vernieuwende ideeën. Hun filmpjes op Instagram of TikTok werken heel inspirerend.” 
Marijke: “Ik had vroeger een directeur waarvan ik dacht: die legt precies de juiste accenten. Hij riep lang geleden al dat het niet alleen gaat om de intellectuele ontwikkeling van de kinderen, maar ook om de rest, om complete mensen te worden. Dat is wel in mijn hoofd blijven haken; handvaardigheid is bijvoorbeeld óók belangrijk.
Anneloes: “En zo is het. Kinderen die het intellectueel wat lastiger hebben, kunnen juist in die bijvakken iets vinden waar ze trots op kunnen zijn. Waar ze beter in zijn dan een ander.”

Aan de bak bij Meer Primair

2022-05-24

Kom werken op 1 van onze 17 basisscholen

Het zal niemand ontgaan dat er een tekort is aan leraren. Meer Primair vroeg aan medewerkers wat er bijzonder is aan het werk op een van de aangesloten scholen. Eén van de interviews lees je in dit e-zine, de andere drie staan op de website en op de sociale kanalen van Meer Primair.
Maar dit schoolbestuur doet meer om de strijd tegen het lerarentekort aan te gaan. Lees hieronder 7x hoe.

1. Ambassadeurs
Nienke, Eline, Suzanne en Jeffrey zijn onze ambassadeurs. Zij hebben hun verhaal verteld over werken bij Meer Primair. Ze zijn geïnterviewd, gefilmd en gefotografeerd. Dit is uitgewerkt in uitnodigende artikelen voor op de website en korte inspirerende quotes voor op sociale media. Ook is er een mooie wervingsvideo gemaakt voor op de website.

2. Nieuwsbrief
Van april tot en met juni zullen vijf nieuwsbrieven verstuurd worden, twee zijn al verzonden. Ken jij iemand die (bijna) leerkracht is en die bij Meer Primair zou passen? Stuur onderstaande nieuwsbrief dan door. Wil je zelf graag de nieuwsbrief ontvangen? Schrijf je dan in.

3. Meet & Greet
Op dinsdag 19 april organiseerden we van 15.30-17.30 uur een Meet & Greet bij IKC Wereldwijs. Deze Meet & Greet is bedoeld voor mensen die interesse hebben om bij Meer Primair te komen werken. Op 12 mei van 15.30-17.30 uur organiseren we een Meet & Greet op Het Braambos.

4. Sociale Media
Adverteren op sociale media biedt de mogelijkheid om een doelgroep buiten ons eigen netwerk te bereiken. Ook latent werkzoekenden - mensen die nog niet bewust op zoek zijn naar een nieuwe functie - spreken we met onze activerende campagne op Facebook en Instagram aan. Jij kunt helpen door de berichten van Meer Primair op Facebook, Instagram en LinkedIn zoveel mogelijk te delen en te liken.

5. Persbericht
Er werd een persbericht uitgestuurd om de Meet & Greet onder de aandacht te brengen van de bekende Hoofddorpse en regionale media. Ook de komende Meet & Greet wordt aangekondigd via de media. 

6. Outdoor reclame
Van 25 april t/m 2 mei 2022 was een poster op displays langs de weg te staan: 10 borden in Badhoevedorp, 10 borden in Cruquius (woonboulevard), 20 borden in Nieuw-Vennep en 25 borden in Hoofddorp.

7. Bakfiets
Rode draad in al deze activiteiten is de slogan ‘Aan de bak bij Meer Primair’ en de bijbehorende bakfiets. ‘Vandaag leren voor morgen’ is de centrale slogan, die betrekking heeft op leerlingen en leraren.

Weet jij nog iemand?
Aanmelden kan via personeel@meerprimair.nl

Column van Joost

2022-05-24

Beginnersfout

Een tijdje terug schreef ik vast de column voor deze E-zine. Hoe kon ik anders dan mijn stukje wijden aan onze nieuwe minister van onderwijs Dennis Wiersma? Dennis ziet er uit als een nog jonge vent met een woest kapsel en een modieus baardje. Hij lijkt permanent ietwat verschrikt de wereld in te kijken. Maar daar heeft een minister van onderwijs natuurlijk alle reden voor. Het is deze man die kans zag om mij -zonder dat hij dat zelf overigens weet- te dwingen mijn column flink aan te passen.

Mijn oorspronkelijke column begon zo:
Gespannen had ik uitgekeken naar het eerste echte grote optreden van Wiersma. Waarmee gaat hij zichzelf op de
kaart zetten: de impact van corona op het onderwijs, de vrijheid van onderwijs in relatie tot artikel 23 van de grondwet, of heel misschien wel het lerarentekort? Dat laatste zou toch wat zijn! Ik hoor hem al zeggen: “Beste mensen in het onderwijs, het is afgelopen met dat lerarentekort. Ik ga ervoor zorgen dat jullie sector qua aantrekkelijkheid en salariëring dik kan concurreren met andere beroepsgroepen. Dan móéten schoolverlaters wel voor de pabo kiezen. En de pabo’s ga ik veel aantrekkelijker en beter maken.”
Geweldig, het gaat eindelijk gebeuren!

Op 5 maart was het zover. Wiersma zocht breed de media. Het ANP kopte: ‘Minister Wiersma wil een steviger aanpak van pesten en ander onwenselijk gedrag op school’. Hmm, niet direct het thema waarop ik had gehoopt. Gespannen luisterde ik die avond naar een talkshow waar hij te gast was. Wiersma lanceerde een plan: hij wil een onafhankelijk meldpunt voor leerlingen en ouders als er sprake is van pesten; een telefoonnummer. En scholen moeten verplicht melding doen van leerlingen die wapens bij zich hebben en geweld gebruiken, en de inspectie zal eerder en harder ingrijpen. Scholen die het niet goed doen, worden zelfs financieel gekort! …

Natuurlijk ben ik het helemaal eens met hem als hij zegt dat iedere leerling zich veilig en vrij moet voelen op school. Pas dan kun je het beste uit jezelf halen. Maar hij riep het alsof het basisonderwijs hierin verschrikkelijk faalt, terwijl er op de meeste basisscholen ruimschoots aandacht is voor dit probleem. En hoe haal je het trouwens in je hoofd om als onderwijsopperbaas scholen met financiële sancties te bedreigen als ze het ‘niet goed doen’, terwijl we zo’n halve eeuw geleden al met elkaar hebben afgesproken dat er voor ‘dreigpedagogiek’ in het onderwijs geen plaats meer is?
Ik verdenk Wiersma ervan dat hij lekker simpel wilde scoren met een meldpunt voor ouders die vinden dat hun kind wordt gepest. ‘Dat spreekt het electoraat wel aan’, moet hij hebben gedacht. Ik zou zeggen dat het ten eerste goed is om eens uit te leggen aan ouders wat het verschil is tussen pesten en plagen. En àls een kind wordt gepest, nodig ouders dan niet uit om een of andere kliklijn te bellen, maar om contact met de school op te nemen. Want daar hoort een gesprek over pesten thuis en nergens anders.

Klaar was mijn column
Tenminste, dat dàcht ik. Maar toen, op 22 april, dichtte Wiersma met het zetten van zijn handtekening in één klap de loonkloof tussen het basis- en het voortgezet onderwijs. Ik kon m’n ogen niet geloven. Gebeurde dit echt? Het leek erop dat Dennis mijn oorspronkelijke column al had gelezen voordat hij uitkwam. Dat noem ik nou helderziend! 

Beste Dennis, ik denk dat ik namens het gehele primair onderwijs spreek als ik zeg ‘hartelijk dank voor deze zeer terechte stap’. En nu ik weet dat je helderziend bent, ga ik ervan uit dat je binnenkort ook mijn volgende actiepuntje oppakt, namelijk met de pabo’s in gesprek gaan om deze opleiding aantrekkelijker en beter te maken. Dan krijgen we vanzelf weer voldoende nieuwe en goed opgeleide collega’s. En weet je, die goed opgeleide collega’s weten prima hoe ze zonder kliklijn voor ouders moeten omgaan met pestgedrag. Dan beschouw ik die kliklijn maar even als een beginnersfout.

Eerste Meer Primair Meet & Greet krijgt vervolg

2022-04-19

Onze eerste Meet & Greet krijgt een vervolg. Tijdens de Meet & Greet kunnen mensen die geïnteresseerd zijn in een baan in het onderwijs vrijblijvend en laagdrempelig kennismaken met Meer Primair als werkgever en diverse schooldirecteuren. 

De editie van dinsdag 19 april bij IKC wereldwijs in Hoofddorp was in elk geval een succes. Het Hoofddorpse schoolbestuur nodigde een barista truck uit voor lekkere koffie tijdens de gesprekken over het onderwijsvak en Meer Primair als werkgever. Lisette Braaksma, directeur van De Brandaris in Hoofddorp: “Ik vind het belangrijk én leuk om bij deze Meet & Greet te zijn. Voor geïnteresseerden een informele manier om de verschillende scholen en de medewerkers van Meer Primair te leren kennen. Ik vertegenwoordig niet zozeer mijn eigen school, maar vooral ons mooie bestuur waar ik graag voor werk. Dit evenement draagt bij aan de verbinding. Ik hoop dat we er fijne collega’s aan overhouden.” 

Op donderdag 12 mei is er nog een kans om de Meer Primair Meet & Greet bij te wonen: van 15.30 – 17.00 uur op het Braambos. Adres: Waddenweg 83 in Hoofddorp. Aanmelden kan via personeel@meerprimair.nl

Meet & greet

2022-04-07

Op 19 april organiseren we van 15.30 tot 17.30 uur een meet & greet bij IKC Wereldwijs in Hoofddorp. Maak kennis met de medewerkers van Meer Primair en kom alles te weten over hoe het is om voor Meer Primair te werken.

Wat kun je verder verwachten? Lekkere koffie en thee van een barista, fijne gesprekken over het vak en advies over welke school van Meer Primair het beste bij joú past. Onze directeuren en HR-medewerkers ontvangen je met open armen. Meld je nu aan via personeel@meerprimair.nl.

Word jij ook leerkracht bij ons?

2022-01-28

Nassaupark krijgt school voor kinderen van 0-13 jaar

2021-12-16

In Hoofddorp komt een nieuwe school voor kinderen van 0-13 jaar: Buitenplaats Nassaupark. Het gaat om een innovatief en dynamische school in nieuwbouwwijk Nassaupark. Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer (SKH) en schoolbestuur Meer Primair bieden er onderwijs en opvang onder één dak. Opening staat gepland in 2024, maar de school begint volgend jaar al met een instroomgroep. 

De eerste bewoners hebben nieuwbouwwijk Nassaupark betrokken en Meer Primair wil kinderen uit de wijk graag onderwijs aanbieden, ook al is de nieuwbouw nog niet gereed. Daarom start in 2022 op een andere locatie in Toolenburg het onderwijs al waar leerlingen en medewerkers samen een school zullen vormen. Er wordt ook kinderopvang en buitenschoolse opvang verzorgd door SKH. Wanneer het definitieve gebouw gereed is, verhuizen onderwijs en opvang. 

Denken, doen en delen
Op Buitenplaats Nassaupark worden kinderen uitgedaagd en krijgen ze de ruimte en het vertrouwen om bouwers van zichzelf te zijn. Samen met de medewerkers werken kinderen aan hun brede ontwikkeling. Ze doen kennis en ervaring op en kunnen naar hartenlust denken, doen en delen. Zo leren ze wie ze zijn als mens en wat hun talenten zijn. Het onderwijs en de opvang wordt aangepast op de natuurlijke leerstijl van het kind. 

Opvang en onderwijs
SKH en Meer Primair werken op verschillende locaties samen en zullen dat ook op Buitenplaats Nassaupark doen. Dat heeft voordelen voor het kind. Het pedagogisch fundament is voor beide organisaties gelijk en daardoor sluiten de manier van werken en omgaan met kinderen naadloos op elkaar aan. Het kind stapt bijvoorbeeld makkelijker over naar de kleutergroep als het vier is, omdat het gebouw, de medewerkers en de manier van werken vertrouwt aanvoelen. Ook het naschoolse aanbod sluit aan op het onderwijs waardoor kinderen goed kunnen presteren. 

Interesse
Ouders die interesse hebben in Buitenplaats Nassaupark of de instroomgroep, kunnen hun kind(eren) op een speciale interesselijst plaatsen. Ze worden dan op de hoogte gehouden van zowel de start van de instroomgroep, als de nieuwbouwplannen en opening van de definitieve locatie. Opgeven voor deze interesselijst kan via de website www.buitenplaatsnassaupark.nl

Op de foto (v.l.n.r.): Terry van der Steen (gemeente Haarlemmermeer), Eef Niezing (College van Bestuur Meer Primair) (hoog), Jelle van Oosteroom (kwartiermaker Meer Primair) (laag) en Annemarie Dees (College van Bestuur SKH).

Juliana van Stolbergschool wordt kindcentrum

2021-11-16

Een spiksplinternieuw gebouw waarin kinderen samen kunnen leren, spelen en ontdekken. Een plek waar ze zich thuis voelen en waar ze de ruimte krijgen om te groeien. Dat toekomstbeeld van Meer Primair, Stichting Kinderopvang Haarlemmermeer (SKH) en de gemeente Haarlemmermeer werd dinsdag 16 november 2021 bekrachtigd met drie formele handtekeningen. Zo bouwen overheid, onderwijs en opvang samen aan de toekomst van kinderen. 

Het huidige schoolgebouw aan de Van den Berghlaan is gedateerd en toe aan vervanging. De komst van nieuwbouw is voor schoolbestuur Meer Primair aanleiding om ook de stap te zetten van school naar dynamisch kindcentrum. In een kindcentrum werken onderwijs en opvang samen aan de ontwikkeling van kinderen. Die samenwerking is belangrijk voor een optimale groei. In SKH vindt Meer Primair een fijne en stabiele partner om kindcentra mee op te bouwen. 

De ontwikkeling van een nieuw kindcentrum kan officieel van start gaan nu de drie betrokken partners hun handtekening gezet hebben onder een starformulier en onder een samenwerkingsovereenkomst. Het gebouw wordt geschikt voor 250 leerlingen en in het gebouw komt ook ruimte voor kinderopvang. 

Het kindcentrum komt op  de plek waar nu de basisschool staat. Die zal verhuizen naar tijdelijke huisvesting op het ‘Indianenveldje’ verderop aan de Van den Berghlaan tijdens de bouwwerkzaamheden. De verwachting is dat de nieuwbouw halverwege 2023 opgeleverd kan worden. 

Pensionering Margreet Vendel

2021-08-27

Na zeven jaar deel te hebben uitgemaakt van het College van bestuur van Meer Primair heeft Margreet Vendel besloten om in november terug te treden en met pensioen te gaan. Op 26 november aanstaande neemt zij officieel afscheid van Meer Primair en alle relaties met wie zij heeft samengewerkt.

Het vertrek van Margreet is een hele beslissing, waar we allemaal aan zullen moeten wennen, Margreet niet in de laatste plaats. We danken Margreet voor haar werk van de afgelopen jaren. Vanaf de start van Meer Primair zeven jaar geleden, heeft de organisatie hard gewerkt aan het professionaliseren van de organisatie en het investeren in onderwijs.

Margreet is een drijvende kracht achter die ontwikkelingen. Zonder haar bijdrage hadden we niet gestaan waar Meer Primair nu staat. Wij zijn er trots op dat we met Meer Primair voort kunnen gaan op de weg die Margreet en Eef als collegiaal bestuur hebben uitgezet.

Het is ook een moment om de bestuurlijke inrichting van Meer Primair te herijken. Daarbij kijkt Meer Primair tegelijk naar de kansen die zij haar eigen medewerkers kan bieden om carrière in de eigen organisatie te kunnen maken. In de nieuw te ontwikkelen bestuurlijke inrichting gaat Meer Primair van twee bestuurders naar één bestuurder, met Eef Niezing als voorzitter van het College van bestuur.

In de huidige context is dit de meest logische optie. Tegelijk bieden we op deze manier perspectief en doorgroeimogelijkheden aan medewerkers in onze organisatie. De nieuwe bestuurlijke inrichting is een mooie stap die vorm en uitdaging geeft aan kansen die mogelijk zijn, binnen Meer Primair én in de samenwerking met uw organisatie.

Communityschool krijgt ontdeklab 

2021-07-01

 Communityschool ‘In de breedte’ aan de Dussenstraat krijgt een inspirerend ontdeklab waar kinderen in aanraking komen met wetenschap en techniek. Daar leren ze vaardigheden zoals samenwerken en kritisch denken. Het ontdeklab wordt onderdeel van het Community Learning Center, beide worden aan de start van volgend schooljaar geopend.

Communityschool ‘In de Breedte’ is een samenwerking tussen de basisscholen Klavertje Vier en De Brandaris van Meer Primair en kinderopvanglocatie Mirakels van SKH. In 2016 gingen de drie partijen hechter samenwerken onder de paraplu van communityschool ‘In de Breedte’. Onderwijs en opvang vormen steeds meer één geheel. Zo werden er peuterkleutergroepen gestart waardoor de overstap van kinderopvang naar onderwijs soepel verloopt. Het naschoolse activiteitenaanbod werd samen vorm gegeven.  

Community Learning Center 
Nu is de volgende stap aangebroken in de vervlechting van de deelnemende partners. Alle gezamenlijke ruimtes zoals aula, sportzalen en kinderopvangruimtes worden ontwikkeld tot Community Learning Center. Alle partijen kunnen deze ruimtes gebruiken wanneer ze willen. De komst van het ontdeklab is de eerste multifunctionele ruimte die op deze manier wordt ingericht. Hierna volgen ook de andere gezamenlijke ruimtes. “Kinderen groeien op in een kennisintensieve, technologische omgeving”, legt Margreet Vendel, bestuurder van Meer Primair, uit. “Om daarmee vertrouwd te raken is het belangrijk dat zij hun leefwereld leren begrijpen en leren om daarin te functioneren. Onderwijs in digitale geletterdheid, wetenschap en technologie, biedt kinderen die mogelijkheid.” 

Denken, doen en delen 
In het ontdeklab draait alles om inspiratie. Leraren en leerlingen kunnen door middel van uitdagingen experimenteren met technologie en kunnen zo onderzoekend en ontwerpend leren. Er wordt gebruikt gemaakt van een cyclisch proces van denken, doen en delen. Het ontdeklab stimuleert kinderen tot een hogere orde van denkvaardigheden, ze worden uitgedaagd met open opdrachten waarbij er veel ruimte is voor inspiratie en verdieping. Op die manier kunnen kinderen zich ontwikkelen tot wereldburgers voor de maatschappij van morgen.  

Kinderen van de school én van de opvang kunnen in het ontdeklab samen ideeën tot leven brengen en aan deze uitdagingen werken. Alles op hun eigen niveau. 

Opening eerste KleuterTaalklas in de Haarlemmermeer!

2021-03-15

It takes a village to raise a child

De leerkrachten van IKC Wereldwijs maken werk van gelijke kansen binnen het onderwijs. Zij hebben op eigen initiatief de eerste Internationale Taalklassen voor kleuters opgezet in de regio. Een initiatief om trots op te zijn!
 
Deze kleuters verdienen ook een veilige en stevige basis in onze samenleving. Deze basis begint bij taalonderwijs!
 
Meer weten of een kind aanmelden?
Bekijk het informatieblad.
 

Bekijk hier het informatieblad.

Onze scholen zijn weer open

2021-02-08
8 februari 2021
 
Scholen in onze regio zien ernaar uit de leerlingen weer op school te zien!
 
De samenwerkende schoolbesturen in het PO in de regio Haarlemmermeer en Zuid-Kennemerland hebben overleg gevoerd over het hervatten van onderwijs op school aan alle leerlingen.
 
De scholen binnen onze besturen streven ernaar om zo goed mogelijk invulling te geven aan de openstelling, met inachtneming van alle voorschriften en (dringende) adviezen die daarbij gegeven worden. Daarbij zijn schoolbesturen niet alleen verantwoordelijk voor het onderwijs maar ook voor goed werkgeverschap. In dat kader stellen we vast dat er soms sprake is van begrijpelijke gevoelens van onveiligheid onder het onderwijzend personeel van de scholen en ook onder ouders.
 
Het onderwijsconcept van de school, het personeel, de situatie in het schoolgebouw, de grootte van de groepen etc., zijn allemaal aspecten die daarin op school en in overleg met de MR worden meegenomen. Het gaat om invulling tot aan de voorjaarsvakantie, twee weken waarbinnen er waarschijnlijk meer zicht zal komen op het vervolg. Uiteraard ontvangen alle scholen - binnen hun mogelijkheden - weer graag alle leerlingen. Goed onderwijs blijft in de kern een zaak van echt menselijk contact tussen leraren en leerlingen en leerlingen onderling.

 

www.meerprimair.nl gebruikt cookies om de website te verbeteren en te analyseren, voor social media en om ervoor te zorgen dat je relevante advertenties te zien krijgt. Als je meer wilt weten over deze cookies, klik dan hier voor ons cookie beleid. Bij akkoord geef je www.meerprimair.nl toestemming voor het gebruik van cookies op onze website.
 Cookies NIET accepteren